Maak een schema in de vorm van een tabel, waarin je de op de website genoemde landschappen en de bij die landschappen horende landschapsvormen samengevat op een rij zet.
Je moet hierbij alle 6 landschappen in je tabel verwerken. Per landschap moet je in ieder geval 1 landschapsvorm uitwerken.
Verwerk in de tabel van elke landschapsvorm ook de grondsoort, (relatieve)hoogteligging en belangrijkste uiterlijke kenmerken in zelfgekozen steekwoorden (waar herken je ze aan? / wat kun je zien?). Mocht een landschapsvorm op basis van de informatie moeilijk te plaatsen zijn bij een landschap, kies dan het landschap dat het beste bij de landschapsvorm past (of er het dichtst bij ligt).
Als je dit goed doet, heb je met een veel snellere blik inzicht in en overzicht van de theorie dan op de website! Tips: