Stap 2: Economische macht

Economische macht over meer landen verdeeld

Dankzij de vrijmaking van de internationale handel krijgen ondernemingen steeds meer de gelegenheid om te produceren waar hen dat het beste uitkomt. Steeds meer productie vindt plaats buiten de rijke landen. Niet alleen van ondernemingen die in het Westen hun thuisbasis hebben. Vooral in Azië en Zuid-Amerika komen nieuwe ondernemingen op die zich ook op de westerse markten laten zien, Tata Steel in India bijvoorbeeld, de huidige eigenaar van de hoogovens in IJmuiden. Dat heeft zijn invloed op de internationale handel.

Vergelijk uit de Grote Bosatlas de volgende kaarten met elkaar:

Of uit Alcarta atlas de volgende kaarten:

BRICS-landen

Grote ondernemingen worden meer en meer tot multinationale ondernemingen, bedrijven met vestigingen of afzet in diverse landen. Waren multinationals aanvankelijk vooral bedrijven uit de rijke industrielanden, nu hebben diverse ondernemingen hun basis in wat je de (semi)periferie kunt noemen, de opkomende grootmachten zoals de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika).
Deze landen spelen nu net als de VS, Australië, Japan, Canada en de lidstaten van de Europese Unie een grote rol in de wereldeconomie. We spreken van een multipolaire wereld.

Zoek in de Grote Bosatlas de kaart De Wereld - Ontwikkelingskenmerken (Opkomende markten)
of
in de Alcarta atlas de kaart Wereld - Globalisering (Opkomende markten).


Lees de ingekorte en bewerkte versie van het volgende artikel.

Mauro zal in Luanda weinig meer herkennen

(naar een artikel van Kees Broere, 16 november 2011)

Stel, hij komt terug, [de jonge vluchteling] Mauro Manuel. Stel dat hij Limburg moet, of misschien wel wil verruilen voor Angola, zijn geboorteland. Hij zal dan aankomen in de hoofdstad Luanda. En daar bijzonder weinig meer herkennen van de plaats die hij als jochie verruilde voor een verblijf in Nederland. Want Luanda is een stad in steigers.

Mauro heeft alle tijd om de straatverkopers in zich op te nemen. De taxi weet zich als alle andere auto's onderworpen aan het uiterst trage tempo van het enorm drukke verkeer. Veel straten zijn nu verhard; sommige verbreed. Maar er zijn zo veel nieuwe wagens bijgekomen, dat lopen nog de snelste vorm van vervoer lijkt. Het Portugees dat hij op de reclameborden leest, blijkt hij redelijk te kunnen lezen, ook al staan er woorden als inovação, innovatie, wat in het Nederlands al ingewikkeld genoeg is. Het is niet langer het Portugees van de kolonist, maar dat van Brazilië, het land dat nu bewijst wat het betekent om zich te ontwikkelen via 'zuid-zuid-investeringen'.

Oberecht, het is een woord dat Mauro op elke straathoek ziet. Het klinkt Europees, maar het is de naam van een Braziliaans bedrijf dat veel van de grootschalige infrastructurele vernieuwing in Luanda en elders in Angola voor zijn rekening neemt. En daarmee concurreert met bedrijven als Citic uit China, of Namkwang uit Zuid-Korea. De nieuwe wereld heeft Angola ontdekt.

Hoe dichter Mauro bij het centrum van de stad komt, hoe dichter op elkaar de nieuwe wolkenkrabbers worden gebouwd. Een van de opvallendste gebouwen is dat van Sonangol, het staatsbedrijf dat niet alleen olie produceert, maar zelf ook de regulerende kracht van de bloeiende oliesector is. Hier wordt het geld verdiend, hier komt het meeste van de almaar oplopende economische groei vandaan.

Bij de Avenida 4 de Fevereiro stapt hij uit de taxi en gaat te voet verder over de marginal, de boulevard die langs de prachtige Baai van Luanda loopt. Ook hier wordt flink gebouwd. De progresso, de vooruitgang waaraan volgens de borden iedereen dient bij te dragen, krijgt hier gestalte in de vorm van een nieuwe zesbaanssnelweg.

Bron: De Volkskrant, november 2016.