Bij clubwedstrijden worden bridgeboards gebruikt met daarin de kaarten voor N, O, Z en W.
Op zo’n board staat ook aangegeven wie de gever is.
De gever mag als eerste een biedkaartje neerleggen.

Met de kleuren groen en rood staat de kwetsbaarheid aangegeven:
groen = niet kwetsbaar en rood = wel kwetsbaar.
Dus: bij spel 9 is N-Z niet kwetsbaar, maar O-W wél.
De kwetsbaarheid wisselt steeds per spel.
Kwetsbaarheid maakt de scoreberekening nog spannender.
Als je kwetsbaar bent, is je manchepremie hoger en zijn je downslagen tweemaal zo ‘duur'.
