Met afstand bedoelen we de lengte van de kortste verbinding. De afstand van twee punten
en
is de lengte van lijnstuk
.
De afstand van een lijn tot een punt
buiten die lijn, is de lengte van het loodrechte verbindingslijn vanuit dat punt op die lijn.
Lijn
heeft geen grenspunten, loopt dus en links van
en rechts van
gewoon door.
Lijnstuk
heeft grenspunten
en
. Alleen
en
en de punten tussen
en
behoren tot het lijnstuk
.
Een halve lijn heeft één grenspunt, loopt dus aan één kant van het grenspunt onbeperkt door.
De middelloodlijn van lijnstuk
gaat door het midden van
en staat loodrecht op lijn
.
Elk punt dat op de middelloodlijn van lijnstuk ligt, ligt even ver van punt
als van punt
.
De punten die aan dezelfde kant van de middelloodlijn als liggen, liggen dichter bij
. De punten die aan de andere kant van de middelloodlijn liggen, liggen dichter bij
.
De deellijn van een hoek deelt een hoek in twee even grote hoeken. Alle punten, die op de deellijn liggen, liggen even ver van de benen van een hoek af.
De drie middelloodlijnen van een driehoek gaan door één punt. Dit punt ligt even ver van de hoekpunten van de driehoek en is het middelpunt van de omgeschreven cirkel.
De drie deellijnen van de hoeken van een driehoek gaan door één punt. Dit punt ligt even ver van de drie zijden van de driehoek en is het middelpunt van de ingeschreven cirkel. Als je de cirkel wilt tekenen, moet je eerst de straal vinden. Laat vanuit het middelpunt een loodlijn neer op één van de zijden, dan is dat de straal.
Teken een driehoek waarvan de hoekpunten op de cirkel liggen. De cirkel is dan de omgeschreven cirkel van deze driehoek. Het middelpunt van de cirkel is dus het snijpunt van de middelloodlijnen van de driehoek.