Arbeit

Wortschatz Arbeit

  1. Open de StudioWozzol-lijst 'Wortschatz C' en neem hem over.
  2. Oefen en leer de woorden met StudioWozzol.

Übung 1: In welchen Satz?
Sleep de woorden naar de juiste zin. Neem de zinnen over in je schrift en vul de ontbrekende woorden in.
Je kan kiezen uit:
Abteilung – Arbeit – Azubi – Berufsschule – Handwerk – Kollege – Pizzakurier - Stelle

  1. Wie heißt dein neuer ...?
  2. Er hat seit zwei Jahren eine feste ... .
  3. Die ... in der Werkstatt mach mir Spaß.
  4. Nächstes Jahr geht sie auf die ... .
  5. In welcher ... machst du dein Praktikum?
  6. Dieser Betrieb sucht ab September einen ... .
  7. In den Ferien arbeitet er als ... .
  8. Dieses ... hat eine lange Tradition.

Klaar? Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.
Hebben jullie hetzelfde ingevuld?

Übung 2: Berufswünsche
Sleep in de volgende oefening de beroepswens naar de juiste omschrijving.


Übung 3: Mann oder Frau?
Welke beroepen uit de vorige oefening geven aan dat het om een man gaat en welke dat het om een vrouw gaat?

Neem het schema over in je schrift en vul het in.

 

  vrouw man
Schauspieler    
Sportlerin    
Frisör    
Sängerin    
Koch    
Informatikerin    
Pilotin    
Arzt    


Bespreek je keuzes met een klasgenoot.

Lees de tekst over hoe je van een mannelijk woord een vrouwelijk woord kan maken.

Berufsbezeichnungen für Frauen
Zoals je ziet, kun je vrij makkelijk van een mannelijk woord
een vrouwelijk woord maken.

hoofdregel: beroep + in
bv. Sportler ➜ Sportlerin, Sänger ➜ Sängerin

In sommige gevallen krijgt het vrouwelijke woord er ook nog een Umlaut bij.
bv. Koch ➜ Köchin, Arzt ➜ Ärztin

Let op!
De klemtoon ligt in het Duits nooit op het achtervoegsel –in!
De klemtoon ligt altijd op dezelfde lettergreep als bij het mannelijke woord.
bv.

 

Übung 4: Frauen
Neem de woorden over in je schrift en schrijf de vrouwelijke vorm erachter.
Gebruik eventueel een woordenboek of internet om het juiste woord te vinden.

  • der Polizist
  • der Kellner
  • der Anwalt
  • der Frisör
  • der Verkäufer
  • der Schauspieler
  • der Künstler
  • der Bauer

 

Übung 5: Berufe
Hier leer je nog meer beroepen in het Duits benoemen.
Neem de Nederlandse beroepsnamen over in je schrift en schrijf het Duitse woord erachter.

 

kokkin
dokter
verkoper
bakker
kapster
rechter
tuinman
boerin
brandweerman
automonteur
manager
lerares
politieagente
slager
secretaris
onderzoeker

 


 

  1. Open de StudioWozzol-lijst 'Aussagen C' en neem hem over.
  2. Oefen en leer de zinnen met StudioWozzol.

 

Übung 6: Fehler
In elke zin zit een fout. Vind de fouten en verbeter ze.
Neem de zinnen over in je schrift. Geef aan welke fout je hebt gevonden. Verbeter de zin.

  1. Er arbeitet als Verkäuferin.
  2. Damit kann Mann viel Geld verdienen.
  3. Ich möchte in VW arbeiten.
  4. Hast du eine Ferienstelle?
  5. Hast du den Arbeitsvertrag unterschreiben?
  6. Zeitungen besorgen ist ein beliebter Schülerjob.
 


Als laatste...
Leer de nieuwe woorden en zinnen controleer je antwoorden onderaan het thema bij 'Antworten'.