Irregular verbs


Je hoeft voor de aankomende toets slechts 26 onregelmatige werkwoorden uit je hoofd te leren. Onthoud goed dat deze lijst niet compleet is! Dit zijn wel de enige werkwoorden die we in deze toetsweek zullen vragen:

 

Klas 2                                                IRREGULAR VERBS

 

Betekenis

Eerste vorm

Tweede vorm

Verleden tijd

Derde vorm

Voltooid deelwoord

01

zijn

to be

was/ were

been

02

worden

to become

became

become

03

breken

to break

broke

broken

04

kiezen

to choose

chose

chosen

05

doen

to do

did

done

06

drinken

to drink

drank

drunk

07

eten

to eat

ate

eaten

08

vallen

to fall

fell

fallen

09

voelen

to feel

felt

felt

10

vinden

to find

found

found

11

geven

to give

gave

given

12

gaan

to go

went

gone

13

hebben

to have

had

had

14

horen

to hear

heard

heard

15

weten

to know

knew

known

16

verlaten

to leave

left

left

17

maken

to make

made

made

18

ontmoeten

to meet

met

met

19

betalen

to pay

paid

paid

20

zeggen

to say

said

said

21

zien

to see

saw

seen

22

spreken

to speak

spoke

spoken

23

stelen

to steal

stole

stolen

24

zwemmen

to swim

swam

swum

25

dragen

to wear

wore

worn

26

schrijven

to write

wrote

written

 

Test: