Breuken zijn uitkomsten van deelsommen.
Bijvoorbeeld . Spreek uit: drie zevende.
Van de breuk heet
de teller en
de noemer.
Sommige breuken kun je eenvoudiger schrijven, andere niet. Eenvoudiger schrijven gaat zo: ,
.
Als je wilt omschrijven naar een breuk dan is
de teller en
de noemer, want
deel.
Handig is om een verhoudingstabel te maken.
teller |
|
|
|
noemer |
|
|
|
.
Als je breuken optelt of aftrekt, moet je er voor zorgen dat de noemers gelijk zijn. Dan mag je de tellers optellen of aftrekken.
Met een dobbelsteen werp je
op de
keer
ogen. De kans op
ogen is dus
.
Met behulp van het rooster kun je de kans berekenen dat de som van de ogen op twee dobbelstenen is.
Die kans is .
Om van breuken (delen) naar procenten te gaan, is het handig om eerst de breuk om te rekenen naar honderdsten. Dat doe je met een verhoudingstabel.
teller |
|
|
|
noemer |
|
|
|
deel van
deel is
. Zie plaatje hiernaast.
Als je breuken vermenigvuldigt, vermenigvuldig je de tellers met elkaar en de noemers met elkaar. In wiskundetaal: .
Als getallen niet als een breuk geschreven zijn en je wilt vermenigvuldigen, maak je eerst breuken van die getallen.
Een stroomdiagram van klas 1 en 2 van een MHV-school.
Het deel dat in 2M terecht komt: .
In plaats van een stroomdiagram te maken kunnen we de gegevens van klas 2 ook weergeven in een staafdiagram en een cirkeldiagram.
Het omgekeerde van is
;
heeft geen omgekeerde.
Delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde van die breuk.
DELEN DOOR MAAL
.