In het voorafgaande hebben we gekeken naar eigenschappen van communicatietoepassingen die voor een gebruiker direct van belang zijn. In dit gedeelte behandelen we een aantal technische aspecten van communicatie.
Dit betreft eigenschappen van communicatiemiddelen, zoals het telefoonnetwerk of het internet en eigenschappen van de verschillende soorten berichten en data die we via deze middelen willen transporteren.
Om over deze technische eigenschappen te kunnen spreken hebben we een communicatiemodel nodig.
Voor enkelvoudige communicatie gebruiken we het volgende model:
De zender construeert een bericht dat via het kanaal getransporteerd wordt naar de ontvanger.
In dit model is het kanaal de technische term voor het gebruikte communicatiemiddel.
Voorbeelden van een kanaal zijn:
Door onderscheid te maken tussen zender, ontvanger, bericht, en kanaal, kunnen we ook de eigenschappen van deze onderdelen afzonderlijk bespreken.
Bij het onderstaande gaan we uit van digitale communicatie, waarbij er tussen zender en ontvanger bits uitgewisseld worden.
Omdat we vrijwel alle berichten die we over zouden willen sturen, in de vorm van bits kunnen representeren, gelden veel van de genoemde eigenschappen ook voor andere dan digitale communicatie, maar dat is niet het onderwerp van dit gedeelte.