Een andere kabel die aangesloten is op vrijwel elke woning is de telefoonkabel.
Hoewel deze in principe een veel kleinere capaciteit heeft dan de tv-kabel, omdat voor een telefoonsignaal een veel kleinere bandbreedte nodig is, heeft deze kabel het voordeel dat dit een punt-puntverbinding is, die niet met de buren gedeeld hoeft te worden.
Bovendien is deze kabel altijd geschikt geweest voor signalen in beide richtingen.
Om de kabel geschikt te maken voor het transport van internet-data moet er aan weerszijden van de kabel een modem toegevoegd worden.
In het geval van telefoonkabels wordt daarvoor de xDSL (ADSL, etc.) standaard gebruikt.
Onderstaande tabel laat de ontwikkeling van de xDSL-technologie zien.
Ook hier valt de snelle technologische ontwikkeling op.
xDSL versie |
standaardisatie |
snelheid down |
snelheid up |
ADSL |
1998 |
8 Mbit/s |
1 Mbits/s |
ADSL |
2001 |
12 Mbit/s |
1.3 Mbit/s |
ADSL2 |
2002 |
12 Mbit/s |
1,3 Mbit/s |
ADSL2+ |
2003 |
24 Mbits/s |
1,3 Mbit/s |
VDSL |
|
52 Mbit/s |
13 Mbit/s |
VDSL2 |
|
100 Mbits/s verdeeld in down en up |
De gegeven snelheden zijn meestal theoretische maximumsnelheden.
Veel aanbieders gebruiken een lagere snelheid om bijvoorbeeld onderlinge verstoring te verminderen.
De capaciteit van de telefoonkabel naar een woning, en daarmee de xDSL-snelheid, wordt sterk bepaald door de afstand van de woning tot het eerstvolgende centrale punt en door de kwaliteit van deze kabel.
Beide kunnen sterk variƫren, waardoor niet voor elke woning dezelfde prestaties bereikt kunnen worden.