In het geval van de snelheid van de zender of van de ontvanger betreft het altijd de bitsnelheid.
De bitsnelheid van een spraaksignaal, van een "zender" in het geval van telefonie, wordt deze bepaald door het aantal malen per seconde dat het oorspronkelijke, analoge spraaksignaal bemonsterd ofwel gesampled wordt, en door de nauwkeurigheid (het aantal bits) per monster.
Het is soms mogelijk om dit signaal te comprimeren door gebruik te maken van herhalingen en andere vormen van redundantie (overtolligheid) die in het signaal voorkomen.
Omdat we gebruik maken van eigenschappen van de bron, wordt dit broncodering genoemd.
Hierdoor kan dit signaal over een kanaal met een lagere bitsnelheid verstuurd worden.
We moeten dan wel aan de kant van de ontvanger een decodering (decompressie) plaatsen.
De vertraging van het totale kanaal (broncodering, oorspronkelijk kanaal, brondecodering) neemt dan wel toe ten opzichte van die van het oorspronkelijke kanaal.
De vertraging van een kanaal speelt een grote rol voor communicatievormen waarbij interactie belangrijk is.
De snelheid van deze interactie wordt mede bepaald door de vertraging van het kanaal.