Examens

Examinering

Als praktijkexaminator beoordeelt u de student tijdens het praktijkexamen. Bent u gevraagd om een praktijkexamen af te nemen? Dan bent u een praktijkexaminator. Belangrijk hierin is dat de student verantwoordelijk is voor zijn eigen examens. Hij/zij moet zelf initiatief nemen voor de afspraken die gemaakt moeten worden voor de examens. Voordat het eindexamen (criteriumgericht interview) plaats vindt, heeft de student zijn verslag laten lezen door de praktijkexaminator van het bpv bedrijf en daar feedback op gekregen. Daarna mailt de student dit verslag naar de docent die hem/haar begeleidt. Dit is minimaal 1 week voordat het eindexamen plaats vindt.

 

Praktijkexamens

De praktijkexamens vinden plaats tijdens de beroepspraktijkvorming (bpv). Met andere woorden: op de werkvloer.

Voor iedere kerntaak is een praktijkexamen ontwikkeld. Praktijkexamens bestaan uit een of meerdere examenonderdelen en een criteriumgericht interview (cgi). Bij alle examenonderdelen voert de student een of meerdere examenopdrachten uit.

 

Voorbereiding van het praktijkexamen

Als voorbereiding op het praktijkexamen wordt tijdens de bpv een nul- en voortgangsmeting uitgevoerd. Hiermee wordt duidelijk wat de student al kan en nog moet leren. Ook wordt duidelijk of alle werkprocessen in het praktijkexamen uitgevoerd kunnen worden in het leerbedrijf. De nul- en voortgangsmeting gaan over de examenopdrachten die in het andere boekje beschreven staan. Er zijn dus 2 boekjes, maar die gaan over de competenties behorende bij de examenopdrachten.

Dus bij sommige examenopdrachten zal de student deze nog niet gedaan hebben en dan is het een ‘o‘ ontwikkelpunt. Pas als de examenopdracht gedaan is, kan er een ‘v’ van voldaan worden omcirkeld. De student is verantwoordelijk voor het vragen om input en invullen van de boekjes.

Voorafgaand aan het praktijkexamen maakt u samen met de praktijkopleider en de student een aantal afspraken. Maak in ieder geval afspraken over:

 

Afname van de praktijkexamens

Tijdens het praktijkexamen observeert en examineert u de student terwijl hij/zij de examenopdrachten uitvoert.

Bij het afnemen van het praktijkexamen voert u de volgende activiteiten uit:

A. beoordelen van de examenopdrachten.

B. observeren van de werkzaamheden en het invullen van de observatiechecklist.

C. afronding van het praktijkexamen.

D. handtekening van student en praktijkbeoordelaar onder het afgenomen examen.

E. Na bovenstaande acties zal de Landstede praktijkexaminator komen om een eindexamengesprek (CGI) te voeren. Tijdens dit gesprek doet de student zijn presentatie en beoordeelt de Landstede praktijkexaminator de gemaakte examenopdrachten in de vorm van een Criterium gericht interview. Hierbij zijn altijd de student, praktijkbeoordelaar en docent/examinator aanwezig. Waarna duidelijk wordt of de student het examen heeft behaald.

 

Beoordelen van de examenopdrachten

In ieder examenonderdeel zijn één of meerdere examenopdrachten opgenomen. Deze examenopdracht(en)voert de student uit tijdens het examen. U beoordeelt eerst of de student aan de opdracht heeft voldaan. Daarna vult u de bijbehorende observatiechecklist in.

 

Afronding van het praktijkexamen

De student is geslaagd voor het praktijkexamen van de betreffende kerntaak als hij:

• alle examenonderdelen heeft behaald en

• het criteriumgericht interview met een voldoende heeft afgesloten.

De specifieke leerdoelen, leeropdrachten, leeractiviteiten en de aan het KD gekoppelde leerresultaten staan vermeld op de bijlage bij de BPVO.