uitleggen hoe het eerste leven op aarde is ontstaan.
uitleggen dat alle nu levende organismen, waaronder de mens, afstammen van eerder levende organismen die er anders uitzagen.
uitleggen dat de variatie in erfelijk materiaal ontstaat door geslachtelijke voortplanting.
uitleggen dat de variatie in erfelijk materiaal wordt vergroot door spontane en ongerichte mutaties.
uitleggen dat organismen van een soort kleine verschillen in erfelijk materiaal vertonen, waardoor ze ook iets verschillen in eigenschappen.
uitleggen dat exemplaren van een soort die door toevallig mutaties iets beter aan de omgeving zijn aangepast grotere kans hebben om nakomelingen te krijgen en dat bij veranderingen in de omgeving soorten daardoor geleidelijk kunnen veranderen.
noemen wie het evolutieproces voor het eerst heeft beschreven.
uitleggen dat in de loop van de tijd veel soorten zijn uitgestorven.
uitleggen hoe fossielen ontstaan en hoe je ze kunt vinden.
uitleggen dat organismen van een soort kleine verschillen in erfelijk materiaal vertonen waardoor ze ook iets verschillen in eigenschappen.
enkele geologische tijdvakken noemen.
enkele manieren noemen om de tijd te meten.
enkele directe voorouders van de mens benoemen.
uitleggen hoe de afstamming van een soort in een figuur kan worden weergegeven.