Era |
Periode |
Tijdvak |
Miljoen jaar |
Kenozoïcum |
Kwartair |
Holoceen |
Heden - 0,01 |
Pleistoceen |
0,01 - 2,5 |
||
Tertiair |
Plioceen |
2,5 - 5 |
|
Mioceen |
5 - 26 |
||
Oligoceen |
26 - 37 |
||
Eoceen |
37 - 53 |
||
Paleoceen |
53 - 66 |
||
Mesozoïcum |
Krijt |
66 - 144 |
|
Jura |
144 - 190 |
||
Trias |
190 - 225 |
||
Paleozoïcum |
Perm |
225 - 280 |
|
Carboon |
280 - 360 |
||
Devoon |
360 - 395 |
||
Siluur |
395 - 430 |
||
Ordovicium |
430 - 500 |
||
cambrium |
500 - 570 |
||
Precambrium |
570 - 4600 |
Georges Cuvier, een Franse natuuronderzoeker, bestudeerde ook de aardlagen en zag dat in verschillende lagen verschillende soorten fossielen werden gevonden. Hij bedacht dat die lagen niet allemaal even oud waren, maar dat ze in de loop van de geschiedenis van de aarde waren ontstaan.
Latere wetenschappers gingen met dit onderzoek verder. Ze deelden de geschiedenis van de aarde op in periodes, de geologische tijdvakken. Die tijdvakken zijn meestal miljoenen jaren lang. Ze worden beschreven van verleden naar heden. De periode waarin we nu leven heet het Holoceen (van 10.000 jaar geleden tot nu).
De aarde is 4,6 miljard jaar oud. In het begin was het erg heet, maar de aarde koelde langzaam af. Vloeibaar materiaal uit de aardkorst vormde gesteenten. De oudst bekende gesteenten zijn 4 miljard jaar oud.
Daarna zijn er in verschillende periodes nog veel inslagen geweest van meteorieten van allerlei afmetingen. De grootste meteorietinslagen moeten kraters van meer dan 1000 kilometer doorsnede hebben achtergelaten. Daardoor vormden zich zeeën, vulkanen en nieuwe aardlagen.
Door erosie verdwenen aardlagen en ontstonden ergens anders weer nieuwe.
De wetenschap die de aarde bestudeert heet de geologie.
Bekijk het filmpje ‘de geologische tijdschaal’ en beantwoord daarna de vraag.