Als je moeite hebt met lezen en spellen, is het niet zo dat je alleen maar denkt in beelden. Toch zit er vaak wel een verband tussen dyslexie en beelddenken. Nog lang niet iedereen kent deze - niet wetenschappelijk bewezen - theorie. Het is geen vervanging voor een dyslexiebehandeling. Deze module zet je misschien wel op een goed spoor. Je vindt er info, tips, een test, boeken en websites.
Bekijk het filmpje
Bekijk onderstaande filmpje eens samen met je zoon/dochter. Herkennen jullie iets?
De theorie
In je hersenen liggen beelden opgeslagen die gekoppeld zijn aan zintuigen. Beelden worden niet alleen opgeroepen vanuit herinnering, maar je kunt ze ook verzinnen. Overigens is verbeelding bijzonder effectief voor uitvinders, wetenschappers en kunstenaars. Door hun fantasie zien ze letterlijk hun mogelijkheden.
Beelddenkers zijn inventief. Door hun manier van denken kunnen ze dingen snel doorzien en oplossen. Wel is het zo dat kinderen problemen kunnen krijgen op school met vakken als taal, rekenen, tekstbegrip, concentratie en werktempo. Ze krijgen op een andere manier de informatie binnen en verwerken dat ook anders dan niet-beelddenkers. Als je een jonge beelddenker het cijfer 4 laat zien en vraagt wat er staat, kun je als antwoord krijgen: een bootje!
Dyslexie ≠ Beeldenken
Vaak gaat het denken in beelden en handelingen rond het 5de of 6de levensjaar over in begripsdenken of taaldenken. De beelddenker behoudt zijn voorkeur om in filmpjes en plaatjes te denken. Dit kan gevolgen met zich meebrengen voor de ontwikkeling van taal, het schrijven, het lezen en voor de persoon in kwestie zelf.
Met hulp van remedial teaching kunnen beelddenkers vrij snel op weg worden geholpen. Het is een denkproces. Beelddenken wordt vaak verward met dyslexie. Niet alle beelddenkers zijn dyslectisch, maar de meeste dyslectici zijn wel beelddenkers. De symptomen lijken sterk op elkaar, maar er is een belangrijk verschil. Dyslexie is een neurologische stoornis. De samenwerking tussen beide hersenhelften werkt niet optimaal. De linkerhersenhelft heeft moeite met het opslaan van klanken en woorden.
Het begin
Begin jaren ‘30 schreef Maria Johanna Krabbe het boek Beelddenken en Woordblindheid. Zij ontdekte dat niet ieder kind hetzelfde omgaat met informatie. Ze vond het verband in hun manier van denken. Dit beelddenken beschrijft Maria als het denken in beelden en gebeurtenissen. Bij taaldenken gaat het dan dus juist om het denken in woorden en begrippen is. Plaag de leerling niet met lezen en schrijven, maar compenseer en waar nodig corrigeer vanuit de eigen aanleg. Zo werd gezocht naar passende lesmanieren om het beste uit kinderen te halen. In 1985 richtte Nel Ojemann de Maria Krabbe Stichting Beelddenken Nederland op en verscheen haar Boek Woordblindheid en beelddenken, compensatie, correctie, preventie. Het doel voor Nel was om het gedachtegoed van Maria Krabbe te bewaren, te verspreiden en verder te onderzoeken.
Recentelijk wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar beelddenken en verschijnen er meer publicaties.