Kijkmeetkunde gebruik je met name als je bezig bent met ruimtelijke figuren.
Als je een uitslag of maquette van een ruimtelijke figuur wil maken moet je weten hoe je de lengte, breedte en hoogte van een figuur bepaald.
Ook kunnen ruimtelijke figuren soms in de weg staan: je ziet dan niet meer wat er achter staat.
Door kijklijnen te geven kun je aangeven wat je nog wel kan zien en wat niet meer.
Verder ga je aanzichten aan de juiste figuren koppelen.
Paragraaf 1 |
Kijklijnen en kijkhoeken |
Paragraaf 2 |
Aanzichten |