Voor de leerkracht.
Voor wie?
Deze webquest is geschikt voor groep 5 t/m 8.
Lesdoel:
- Na deze les kunnen de leerlingen vertellen wat een constructie is en een aantal voorbeelden noemen.
- Na deze les kunnen de leerlingen een voorbeeld noemen van een sterke constructie
- De leerlingen kunnen vertellen wat het verschil is tussen een statische constructie en een dynamische constructie
- Na deze les kunnen de leerlingen een stevige constructie maken waarbij zij de driehoek constructie hanteren.
Hoe lang duurt deze webquest?
In totaal zal deze webquest anderhalf uur in beslag nemen.
De leerlingen doen over het maken van stap 1 t/m 5 ongeveer een half uurtje.
Het maken en uitvoeren van een plan zal ongeveer 40 minuten in beslag nemen.
Daarnaast moeten ze hun ontwerpen presenteren en wordt er klassikaal gesproken over de les. Dit zal ongeveer 20 minuten duren.
Wat heb je nodig om met deze les aan de slag te gaan?
- iPad per groepje
- Schetspapier
- Potloden/stiften
- Rietjes
- Plakband
- Scharen
- Lijm
- ijsstokjes
- A4-papier
Wat is de rol van de jou als leerkracht?
Jij als leerkracht hebt een begeleidende, observerende rol. Je houdt jezelf op de achtergrond en laat de leerlingen zelf onderzoeken en ontwerpen. Indien nodig geef je de leerlingen een tip door een vraag te stelen.
Kerndoelen:
Het maken van een constructie sluit aan bij de kerndoelen van Natuur en Techniek
Kerndoel 44: De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.
In dit kerndoel wordt de driehoek constructie benoemd waar de leerlingen in deze webquest kennis mee hebben gemaakt door filmpjes en geschreven bronnen. Daarnaast hebben ze zelf een
Kerndoel 45:
De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.
In deze leerlingen zoeken ze een oplossing voor het probleem. De auto wil naar de overkant maar er is geen brug die hem kan houden. Ontwerp een sterke brug aan de hand van de driehoek constructie.
Daarnaast sluit deze les ook nog aan op een kerndoel van rekenen:
Kerndoel 32:
De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen.
Daarnaast presenteren de leerlingen en moeten ze onderbouwend vertellen wat ze hebben gemaakt en waarom. Daarom past er ook een kerndoel van Nederlands bij deze les:
Kerndoel 2
De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.
Kerndoel 4 (Nederlands):
De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen.
Kerndoel 4 sluit aan bij deze les aangezien de leerlingen meerdere informatieve teksten lezen en daar informatie uit moeten halen.
Vakinhoudelijke verdieping van de leerkracht:
In de wereld zie je op veel plekken constructies. Om constructies te maken moet je erg goed nadenken. Je leert er een vak voor namelijk ‘’constructieleer’’.
Wat is een constructie?
Constructies zijn objecten die gemaakt zijn door mensen. Ze bestaan uit twee of meer onderdelen. Deze onderdelen zijn met elkaar verbonden. Een glas bestaat uit één deel en daarom noemen we het geen constructie. Een boom bestaat dan wel uit hout en bladeren, maar is niet door mensen gebouwd en dus geen constructie. Een constructie is het resultaat van het construeren. In de praktijk wordt construeren ook wel samenstellen of assembleren genoemd. Bouwen is een eenvoudig voor construeren.
De definitie van construeren is: het samenstellen van een bouwwerk doormiddel van het verbinden van verschillende elementen en onderdelen.
Het vak:
De manier waarop een constructie met elkaar verbonden is, zegt veel over de kwaliteit en duurzaamheid. Er moet van te voren goed nagedacht worden om het beste uit de constructie te halen. Om dit te kunnen komt constructieleer van pas. Constructieleer is een onderdeel van technische opleidingen. Daarmee wordt er goed gekeken naar de kracht die op een constructie druk uit kan oefenen. Hierbij heeft de grond waarop de constructie staat invloed. Van een fiets heb je andere verwachtingen dan van een tractor. Een constructie moet natuurlijk stevig zijn. Je wilt niet dat de constructie ineens instort of uit elkaar valt. Dit kan namelijk voor de ergste ongelukken zorgen. Hierbij moet je goed nadenken over de materiaalkeuze. Voor een brug gebruik je ander materiaal dan voor een telefoon. Staal is bijvoorbeeld een stevig materiaal, maar zodra het gaat roesten verliest hij zijn stevigheid. Tijdens constructieleer wordt er aandacht besteedt aan de eigenschappen van materialen en de factoren die een materiaal kan veranderen.
Dynamisch en statische constructies:
Constructies kun je in twee groepen verdelen. Er zijn namelijk statische en dynamische constructies. Een statische constructie is een constructie die niet bewegelijk is. Deze constructies staan altijd in dezelfde houding. Denk hierbij aan een houten stoel, een viaduct of een huis.
Een dynamische constructie is een constructie die bewegelijk is. Denk hierbij aan voertuigen, boormachines, elektrische tandenborstel en een stijltang.
Profiel:
Het profiel is de vorm waarin het materiaal gebogen is. Er zijn verschillende soorten profielen die je kunt hanteren in verschillende situaties. Het ene profiel is sterker dan de ander. Het ene materiaal is bij de ene constructie handiger dan bij de ander. De constructies worden ook wel profielen genoemd.
Soorten profielen:
- Hoekprofiel/ L-profiel / V-profiel
- I-profiel of H-profiel
- Vierhoekprofiel
- Driehoekprofiel
- T-profiel
- U-profiel
- O-profiel of buis
- Z-profiel
De namen van deze profielen (constructievormen) vertellen de vorm.
Soorten bruggen:
Er zijn vele soorten bruggen die wij in het dagelijks leven tegenkomen. Er zijn statische bruggen maar ook dynamische bruggen. De bruggen zijn op verschillende manieren geconstrueerd. Verschillende constructies die wij vaak tegenkomen zijn de boogconstructie en de driehoeksconstructie. Deze constructies zijn erg stevig.
Boogconstructie: Een boogbrug bestaat uit druk- en trekspanningen, waarbij het gewicht van de brug wordt opgevangen door de boog. Wanneer de boog boven het brugdek zit, is er sprake van trekspanning, Bij drukkrachten bevindt is de boog onder het brugdek.
Driehoeksconstructie: Bij een driehoeksconstructie worden de krachten eerlijk verdeeld. Daardoor is erg sterk en bijna niet te vervormen. Deze constructie wordt ook veel gebruikt in bouwwerken.
.