Opdracht en lesdoelen

In deze wikiwijs staan de paragrafen grammatica van de blokken 1 t/m 5 centraal. Je maakt eerst een nulmeting. Daarna hoor je van je docent met welke onderdelen je nog moet oefenen. Vervolgens maak je de oefeningen die bij de onderdelen horen. Alle informatie daarover staat in deze wikiwijs.

Lesdoelen

Aan het eind van deze module weet, kan, ken of kun je:

- wat een meewerkend voorwerp is

- een meewerkend voorwerp herkennen en benoemen in een zin

- de werkwoordstijden o.t.t. o.v.t. v.t.t. v.v.t.

- de bovengenoemde werkwoordstijden benoemen en herkennen in een zin

- wat koppelwerkwoorden zijn

- koppelwerkwoorden herkennen en benoemen in een zin

- wat een bijwoordelijke bepaling is

- hoe je een bijwoordelijke bepaling kunt vinden in een zin

- een bijwoordelijke bepaling herkennen en benoemen in een zin

- wat een bijvoegelijke bepaling is

- hoe je een bijvoegelijke bepaling kunt vinden in een zin

- een bijvoegelijke bepaling herkennen en benoemen in een zin

- wat een naamwoordelijk gezegde is

- een naamwoordelijk gezegde herkennen en benoemen in een zin

- wat bezittelijke voornaamwoorden zijn

- bezittelijke voornaamwoorden herkennen en benoemen in een zin

- wat een persoonsvorm is

- een persoonsvorm herkennen en benoemen in een zin

- wat bijvoeglijke naamwoorden zijn

- bijvoeglijke naamwoorden herkennen en benoemen in een zin