
Dit thema gaat over procenten. Procenten kom je overal tegen.
Kijk maar eens naar de volgende voorbeelden:
Het rekenen met procenten begon in de oudheid als een manier om rente en belasting te berekenen. De Babyloniërs (rond 2000 voor Chr.) gebruikten wiskundige tabellen om renteberekeningen te maken. Een rente van 20% gaven ze weer als 1/5 deel. Egyptenaren (rond 1650 voor Chr.) rekenden vaak met breuken als 1/100, wat al erg lijkt op procenten. In de 15e eeuw werd het symbool % steeds vaker gebruikt. Rond 1900 werd het rekenen met procenten in Nederland een vast onderdeel in de bovenbouw van de basisschool.
Waarschijnlijk heb je wel eens gehoord van het computerprogramma Excel.
Excel is een rekenprogramma. Het programma is ook zeer geschikt voor het rekenen met procenten.
Als afsluiting van dit thema kun je ook met procenten rekenen in Excel.
Maar voor dat het zover is, moet je eerst weten wat een procent precies is en hoe je rekent met procenten. En dat ga je leren in dit thema.
Als je na het maken van de paragrafen nog moeite hebt met één of meer paragrafen kan je extra oefenen onder het kopje Extra opgaven.