Spruitkool

Een spruitje is eigenlijk een sterk ontwikkelde okselknop: een klein, vast kooltje dat zich in de bladoksel ontwikkelt. Als het niet geplukt wordt, komen de blaadjes los en open te zitten. We spreken dan van roosjes. Bovenaan de 60 tot 100 cm lange stam zitten de bladeren dichter op elkaar, vaak zonder spruiten in de oksels. Dat topblad vormt ook een kooltje dat heel lekker is.

Spruiten kunnen in een normale winter met goed gevolg buiten blijven staan. Na strenge vorst valt er wel altijd schade te noteren. Volledig winterharde rassen bestaan nog niet. In uitzonderlijk koude winters kan de hele plant ten onder gaan.

Spruiten kun je in alle grondsoorten telen, met uitzondering van zeer lichte zand- en zware kleigrond. Van belang zijn een goede structuur en ontwatering. Op humusrijke tuinbouwgronden groeit het gewas vaak weelderig en met losse spruiten. Net als de andere kolen verbruiken spruiten flink wat voedingsstoffen. Wees echter zeer voorzichtig met stikstofvoorziening.

Met stikstof overvoede spruitplanten geven een te weelderig gewas dat omvalt en losse spruiten draagt. Die worden vlugger aangetast. Vooral op lichte grond doen deze verschijnselen zich voor. Op humusrijke gronden die regelmatig zwaar bemest worden, krijgen spruiten dus beter geen extra stikstof. Op armere gronden wordt de bemesting liefst in meerdere beurten uitgevoerd. Spruiten moeten immers het hele seizoen rustig en regelmatig kunnen groeien. Ook bodembedekking met bladeren of ander organisch materiaal is ideaal.

Normaal blijven de spruiten aan de plant tot het moment van de oogst. Enkel in zeer strenge winters kan dat een keer slecht aflopen. Eens geoogst bewaren de spruitjes zonder koeling 4-5 dagen. Bij een temperatuur van 3 tot 4°C wordt dat ongeveer 8 dagen. Het snijvlak wordt al vlug bruin en de buitenste blaadjes vergelen. Door die er af te halen zijn de spruiten weer bruikbaar. Spruiten die je in een vorstperiode oogst, eet je het best onmiddellijk op.

Werkdocument Spruitkool

Aan de slag:

Maak de vragen van het werkdocument, gebruik daarbij de bronnen die hieronder staan en de bronnen op de hoofdpagina. Vind je het daar niet in ga dan op zoek bij Groenkennisnet of Google.

Bronnen: