Zaaien
Zaai courgettes binnen voor in april. Eind mei hebben we dan plantjes die groot genoeg om uitgeplant te kunnen worden. Plaats de planten op een open, zonnige plaats. Een flinke plant neemt al gauw 1 m2 in beslag. Naast de gewone groene varieteit is er ook een gele en een gestreepte variant. De smaak is hetzelfde.
Bemesting
Net als andere pompoenachtigen houden courgettes van een rijke bodem met een goede structuur en veel organische materiaal. Gebruik dus ruim compost, stalmest of koemestkorrel. Ideaal is ook een plek waar eerder een composthoop heeft gestaan.
Ziekten en plagen
Over het algemeen is er weinig last van ziekten en plagen. Slakken kunnen jonge planten aantasten, het oudere blad krijgt op den duur last van schimmelaantastingen. Vruchtvuur (Cladosporium cucumerinum) is een schimmelziekte die kurkachtige plekjes op de vruchten veroorzaakt met een gomachtige afscheiding. De ziekte treedt vooral in het najaar op, als er een aantal koude nachten is geweest.
Gewasverzorging
Zorg ervoor dat de bodem niet uitdroogt. Laat de uitgebloeide vrouwelijke bloemen nog een tijdje aan de jonge courgette zitten. Verwijder vruchten die te groot zijn geworden. Onder te koude omstandigheden in het vroege voorjaar kan het zijn dat er alleen maar vrouwelijke bloemen komen en geen mannelijke, waardoor we geen vruchtzetting krijgen. Als het weer warmer wordt, komen er ook weer mannelijke bloemen.
Oogsten en bewaren
Courgettes zijn het smakelijkst als ze niet al te groot zijn (max. 25 cm). Grotere vruchten krijgen harde zaden en het vruchtvlees wordt voos. Als we de vruchten laten zitten, kunnen ze wel 70-80 cm lang worden. De bloemen van courgettes zijn ook eetbaar en worden soms in salades verwerkt.
Bron: moestuintips
Werkdocument Teelt van courgette
Aan de slag: Maak de vragen van het werkdocument, gebruik daarbij de bronnen die hieronder staan en de bronnen op de hoofdpagina. Vind je het daar niet in ga dan op zoek bij Groenkennisnet of Google. Bronnen: |
Teelt van courgette