Voorzetsels gebruik je om, bijvoorbeeld, aan te geven waar iets is of wanneer iets gebeurd.
on the table – op de tafel
next to the chair – naast de stoel
at nine o’clock – om negen uur
after a week – na een week
Bestudeer uit de Kennisbank pagina 1 van het onderdeel Voorzetsels. Denk na over deze vragen:
![]() |
Voorzetsels |
Maak de oefeningen.