Bepaalde delen van een zin komen in het Engels in een vaste volgorde. Het onderwerp en de werkwoorden bijvoorbeeld. Maar ook het deel dat aangeeft wáár iets gebeurt (de plaats) en het deel dat aangeeft wanneer iets gebeurt (de tijd).
Ezelsbruggetje: in het alfabet komt de P (van plaats) voor de T (van tijd). En in die volgorde komen ze ook voor in een Engelse zin.
Bestudeer uit de kennisbank Engels op pagina 1 het onderdeel Woordvolgorde. Denk na over deze vragen:
![]() |
Woordvolgorde |
Maak de oefening.