Je vertelt je penvriend(in) over je bezoek aan een boerderij.
Open het werkbestand in google docs: Farm animals -Finish the email.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
In de vorige stap (Speaking) heb je gepraat over je bezoek aan een boerderij. Nu ga je een mail schrijven aan je penvriend(in). Maak de zinnen af.
Je vraagt hoe het met hem/haar gaat en vertelt hoe het met jou gaat.
Zeg dat je gaat vertellen over je bezoek aan een boerderij.
Vertel waar de boerderij was.
Vertel wat je in de wei zag.
Vertel wat de boerin aan het doen was.
Vertel wat de boer aan het doen was.
Vertel waarmee je hebt geholpen.
Vertel dat je hoopt dat je een keer mag paardrijden.
Hi! ?
.
I am going to tell you about .
Yesterday I went to outside .
In the fields I saw .
The farmer’s wife was .
The farmer was .
I helped .
I hope .