Waardoor zie je altijd scherp?
Doordat we kunnen accomoderen met ons ooglens kunnen wij scherp zien. Accomoderen is het boller en platter maken van je ooglens.
Voor de bolle lens geldt: je kan voorwerpen dichtbij scherp zien, dus op het moment dat jij een boek aan het lezen bent. En wanneer je lens een platte vorm heeft kun je voorwerpen van veraf scherp zien. Dus bijvoorbeeld als je naar een stoplicht kijkt aan de andere kant van het zebrapad.
Dat accomoderen van je ooglens kan dankzij het straallichaam. In bron 8 zie je dat de lens aan lensbandjes in het straallichaam hangt.
In het bovenste plaatje zie je een samengetrokken kringspier: hierdoor krijg je een bolle lens.
Terwijl je in het tweede plaatje een ontspannen kringspier ziet: hierdoor wordt de lens plat.
Als je een voorwerp te dichtbij je ogen houdt, kan het soms te dichtbij zijn om scherp te kunnen zien. Je lens kan dan niet boller worden. Het dichtsbijzijnde punt waar je een voorwerp nog scherp kunt zien noem je een nabijheidspunt,