![]() |
Discussie zinnen |
Kijk bij elk onderdeel welke omschrijving je voor jezelf van toepassing vindt.
Hoe vind je dat je het hebt gedaan?
Spreken |
GOED |
VOLDOENDE |
ONVOLDOENDE |
De juiste woorden kennen en gebruiken |
Ik kan alle eenvoudige woorden gebruiken om antwoord op de vragen te geven. |
Ik kan de meest noodzakelijke woorden gebruiken om me antwoord op de vragen te geven. |
Ik kan de meest eenvoudige woorden nog niet gebruiken om antwoord op de vragen te geven. |
Grammatica – zinnen maken |
Ik kan alle geleerde grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes. |
Ik kan de meeste, maar nog niet alle grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes. |
Ik kan de geleerde zinnen niet formuleren, maar gebruik losse woorden zonder zinsverband. |
Duidelijk -vloeiend spreken |
Ik praat bijna zonder aarzelingen vlot door. |
Ik praat redelijk vlot door, met af en toe een aarzeling. |
Ik praat met te veel pauzes en aarzelingen en zonder intonatie. |
Uitspraak |
De uitspraak van wat ik geleerd heb klinkt verstaanbaar voor mijn klasgenoot. |
De uitspraak van wat ik geleerd heb klinkt redelijk verstaanbaar voor mijn klasgenoot. |
De uitspraak van wat ik geleerd heb klinkt niet verstaanbaar genoeg voor mijn klasgenoot. |
Overbrengen van de boodschap |
Ik kan anderen zonder veel moeite duidelijk maken wat ik bedoel en wat ik wil. |
Ik kan anderen met wat moeite duidelijk maken wat ik bedoel. |
Ik kan anderen niet duidelijk maken wat ik bedoel. |