Was kannst du schon?

Wat kun je al?

Voordat je aan het nieuwe thema begint, is het goed na te denken over wat je al kunt.
Lees de zinnen in het schema. Geef steeds aan hoeveel je al weet.

 

Nee, nog helemaal niet

Ja, een  beetje

Ja, geen enkel probleem

Hören

  • Ik kan een korte uitleg begrijpen, bijvoorbeeld als iemand mij de weg wijst.

 

 

 

Lesen

  • Ik kan informatie opzoeken en begrijpen in eenvoudige teksten op een Duitse website.

 

 

 

Sprechen

  • Ik kan bekenden en onbekenden groeten of aan hen de weg vragen.

 

 

 

Schreiben

  • Ik kan in korte, eenvoudige zinnen een routebeschrijving maken.

 

 

 

Landeskunde

  • Ik kan vertellen over enkele bezienswaardigheden van Berlijn.

 

 

 

Natuurlijk hoef je dit nog niet allemaal te kunnen.
Je gaat hiermee aan de slag in dit thema.