Stap 5 - Evaluatie
Hoe is het gegaan?
Kies de uitspraken die op jou van toepassing zijn.
Alle uitspraken gaan natuurlijk over de Duitse taal.
- Ich kann auf einfache Fragen zu meiner Person und meinem Wohlbefinden reagieren.
Ik kan reageren op eenvoudige vragen over mezelf en hoe ik me voel.
- Ich kann kurz über mich erzählen (Name, Alter, Land).
Ik kan kort over mezelf vertellen (naam, leeftijd, land).
- Ich kann die Wörter zum Thema Personalien.
Ik ken de woorden die bij het thema 'Personalien' horen.
- Ich kann deutsche Wörter und Sätze korrekt aussprechen.
Ik kan Duitse woorden en zinnen juist uitspreken.
- Ich kann die Grammatik richtig anwenden.
Ik kan de grammatica goed toepassen.
- Ich kann sagen, wer zu meiner Familie und meiner Verwandten gehören.
Ik kan vertellen wie bij mijn gezin en familie behoren.
- Ich kann einer anderen Person Fragen stellen (Name, Alter, Land, Wohlbefinden.)
Ik kan een ander vragen stellen (naam, leeftijd, land, hoe het gaat)
- Ich fühle mich sicher, wenn ich Deutsch rede.
Ik voel me zeker als ik Duits praat.
Ben je tevreden over je vorderingen?