rekenen met variabelen: je weet hoe je variabelen kunt optellen, aftrekken en met elkaar kunt vermenigvuldigen.
Ofwel: je kent de eerste beginselen van algebra.
je kunt problemen vertalen naar een formule met variabelen en deze formules zonodig omschrijven of te vereenvoudigen in andere vormen en gedaantes.
je kunt formules met variabelen gebruiken om bepaalde regelmatigheden aan te tonen.