Stap 3

Lees onderstaande tekst en beantwoord de vragen. Noteer de antwoorden van stap 3 in het wordbestand en lever deze in via it's learning

 

Internationale handel

Export

Waarom exporteert Nederland?

Import

Waarom importeert Nederland?

Wederuitvoer (doorvoer)

Producten worden ingevoerd (geïmporteerd) bewerkt en opgeslagen daarna geëxporteerd.

Nederland is zeer geschikt als doorvoerland omdat Nederland de beschikking heeft oven de Rotterdamse haven.

 

Als je wilt bepalen hoe belangrijk de internationale handel voor een land is dan bereken je de importquote en de exportquote. Hoe hoger deze percentages hoe belangrijker de internationale handel voor een land is.

 

Formules :

Importquote = totale invoerwaarde : nationaal inkomen X 100 = ………..%

Exportquote = totale uitvoerwaarde : nationaal inkomen X 100 = ………..%

 

Voorbeeld :

Nederland heeft in een bepaald jaar een nationaal inkomen van € 680 miljard. De totale invoerwaarde is € 485 miljard. De totale waarde van de geëxporteerde goederen en

diensten is € 540 miljard. Bereken de importquote en de exportquote

 

Uitwerking:

Importquote = 485 : 680 x 100 = 71,3%

Exportquote = 540 : 680 X 100 = 79,4%

 

Toelichting op de begrippen:

 

Aan de hoge importquote en exportquote kun je zien dat Nederland afhankelijk is van de internationale handel.  Dat betekent dat Nederland een open economie heeft.

Landen met een lage importquote en exportquote hebben een gesloten economie.

 

Zoals je in thema 1 hebt geleerd is de internationale handel van groot belang voor de welvaart in Nederland. Daarom is het nodig dat Nederland een aantrekkelijke handelspartner is voor andere landen. We moeten er dan voor zorgen dat Nederlandse bedrijven producten van goede kwaliteit leveren tegen een aantrekkelijke prijs. Als dat lukt, hebben we een sterkte internationale concurrentiepositie.  De internationale concurrentiepositie geeft aan in hoeverre een land in stat is om beter en /of goedkoper te produceren dan andere landen.

 

 

Vragen bij bovenstaande tekst

 

1.  Geef bij de zinnen a t/m e aan of het om Import of export gaat.

a. Een Nederlandse supermarktketen koopt sinaasappelen in Spanje

b. Een Nederlandse tuinder verkoopt 3 ton tomaten aan een Duits bedrijf die er tomatenketchup van maakt.        

c. Een Engelse toerist slaapt in een Amsterdams hotel

d. Een Nederlands bouwbedrijf krijgt een opdracht om een brug te bouwen in het Midden-Oosten.

e. Je gaat met je familie een weekje op vakantie in Zwitserland

 

2.  Bekijk de plaatjes van importproducten. geef per product aan wat de reden van import is.

3.  Leg uit waarom Nederland ten opzichte van Polen zeer geschikt is al wederuitvoer land?

 

4.  De volgende gegevens zijn bekend:

 

Land A

Land B

Importquote = 15%

Importquote = 60,9%

Exportquote = 20,5%

Exportquote = 73,2%

 

Leg in je eigen woorden uit waarom Land A een meer gesloten economie heeft dan land B.

 

Rekenvragen  bij thema 2

 

5.  In een jaar exporteerde Nederland voor in totaal € 348 miljard aan goederen en diensten. Daarvan was € 267 miljard wederuitvoer.

a. Bereken hoeveel procent van de totale export uit wederuitvoer bestond?

b, Bereken hoeveel procent van de totale export uit Nederlandse producten bestond?

 

6.  De cijfers in onderstaande tabel zijn van een Europees land. Bereken de import en de exportquote van dit land.

 

Nationaal inkomen

420 miljard

Invoerwaarde

323 miljard

Uitvoerwaarde

392 miljard

 

7.  Het nationaal inkomen van Duitsland bedraagt in een jaar €2.400 miljard. De totale invoerwaarde van Duitsland in dat jaar is € 1.650 miljard. De totale uitvoerwaarde is € 1.940 miljard.

Bereken voor Duitsland de importquote en de exportquote.