Stap 2a - Kennis van land en volk 1

Spaziergang durch Berlin

Tijdens je schoolreis maak je een wandeling door het centrum van Berlijn.
Je komt lang de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad.
Sommigen daarvan bezoek je, andere bekijk je alleen vanaf de buitenkant.

Je gaat nu een aantal websites bekijken. Zo leer je over de betekenis van de gebouwen en weet je straks wat je ziet.

 

Leesstrategie

Het is niet altijd nodig om een tekst helemaal van het begin tot het eind te lezen.
Soms wil je maar één ding van de tekst weten.

-  Oriënterend lezen: je vormt je een beeld van de tekst, je gaat na waar de tekst over gaat.
-  Zoekend lezen: je leest niet de hele tekst maar je gaat direct op zoek naar de informatie die je nodig hebt.

Bij oriënterend lezen lees je de titel, de eerste zinnen, de tussenkopjes en andere opvallende woorden/cijfers (cursief, vetgedrukte en onderstreepte woorden). Verder kijk je naar tabellen, grafieken en afbeeldingen bij de tekst.

Zoekend lezen wordt ook wel 'scannen' genoemd. Je bent op zoek naar informatie in een tekst. Het begint met het kijken naar de titel. Aan de titel kun je soms al zien of de tekst geschikt is om het antwoord te geven op je vraag.
Pas als je denkt dat een alinea van de tekst de informatie bevat die je zoekt, begin je met het lezen van (dat deel van) de tekst. Let hierbij op opvallende woorden, tekens in de tekst.

Gebruik deze twee manieren van lezen bij onderstaande opdrachten!

 

Alexanderplatz

De wandeling begint bij de Alexanderplatz.

Frage
Welke uitspraken kloppen? Schrijf ze op in je schrift.

  1. Das Café im Fernsehturm dreht sich in einer halben Stunde um die eigene Achse.
    Het café in de televisietoren draait in een half uur om zijn eigen as.
  2. Der Alexanderplatz wurde nach einem russischen Zaren benannt.
    Alexanderplatz is vernoemd naar een Russische tsaar.
  3. Auf der Weltzeituhr sieht man, wie spät es in allen Hauptstädten ist.
    De wereldklok toont de tijd in alle hoofdsteden.
  4. Die Marienkirche ist die älteste Kirche Berlins.
    De Marienkirche is de oudste kerk van Berlijn.
  5. Die Frauenfiguren auf dem Neptunbrunnen symbolisieren vier Flüsse.
    De vrouwelijke figuren op de fontein van Neptunus symboliseren vier rivieren.
  6. Vom Fernsehturm aus sieht man den Tiergarten.
    Vanaf de televisietoren kun je de dierentuin zien.
  7. Der Fernsehturm ist das höchste Gebäude Berlins.
    De televisietoren is het hoogste gebouw in Berlijn.

 

Nikolaiviertel

En verder gaat de wandeling naar het Nikolaiviertel.