2 - Spanning

Spanning

Er zijn drie belangrijke kenmerken:

1) Spanning ontstaat door lading verschil.

2) Als het verschil tussen de positieve lading en negatieve lading groter wordt spreken we van een
   hoger spanningsverschil. Positief en negatief trekken elkaar aan.
   Bij een grotere spanning is de wil van de elektronen om van A naar B te gaan ook groter.

3) Ladingverschil is ook energie veschil. Je kan dan zeggen dat
   de lading de energie is die een elektron bij zich heeft. Deze lading zorgt er voor dat het
   elektron zich door een weerstand kan bewegen. Moet het elektron door meerdere onderdelen
   dan moet deze lading verdeelt worden.

Een groot spanningsverschil wil dus zeggen dat er een groot elektonenverschil is tussen de positieve kan en de negatieve kant.
 
Spanning in een serie schakeling:
Als in een schakeling onderdelen achter elkaar gezet worden (In serie) dan moet het elektron de energie verdelen over de onderdelen waar hij door heen moet.
De totale lading / spanning = spanning van ondeel 1 plus die van ondeel twee enz.
in formule vorm Utot = U1 + U2 + .....
 
Spanning in een parallel schakeling
Als in een schakeling de onderdelen naast elkaar gezet worden (Parallel) dan moet kan het elektron kiezen waaraan hij zijn energie af geeft.
De lading / spanning is overal gelijk.
in formule vorm Utot = U1 = U2 = .....

Lading, spanning en weerstand https://www.youtube.com/watch?v=qM3cFWRdpTw&list=PLWn715_lc0NhDS9rVS2ZmoPJf3ndvKe-N&index=1