Kies de uitspraken die op jou van toepassing zijn.
Alle uitspraken gaan natuurlijk over de Duitse taal.
Ik kan reageren op eenvoudige vragen over het thema Alltag.
Ik kan kort over mijn dagindeling vertellen.
Ik ken de woorden die bij het thema 'Alltag' horen.
Ik kan Duitse woorden en zinnen juist uitspreken.
Ik kan de grammatica goed toepassen.
Ik kan een ander vragen stellen (over huisdieren en dagindeling).
Ik voel me zeker als ik Duits praat.
Ben je tevreden over je vorderingen?
In de volgende gesprekken kruip je in de rol van jouw avatar. Je spreekt met andere avatars over onderwerpen als familie, woonsituatie, huisdieren en de dagindeling.
Maak groepjes van drie.
Twee 'avatars' zitten tegenover elkaar en voeren het gesprek (deze keer in de 1e persoon enkelvoud, bv. Ich heiße ...). De derde leerling luistert en maakt aantekeningen over wat goed gaat en wat niet zo goed gaat.
Bespreek na afloop het gesprek met zijn drieën.
Wissel vervolgens van rol zodat iedereen één keer de beoordelaar is.
Luister eventueel klassikaal naar de beste gesprekken.