Stap 2 - Spreken

Aufwärmung

Je bent op de camping in Duitsland. Je hebt daar al wat vrienden gemaakt waarmee je in het Duits praat. Je hebt al veel over jezelf verteld: hoe je heet, hoe oud je bent, waar je woont enz. Op weg naar het zwembad zien jullie een heel schattig hondje bij een tent.
Daarom praten jullie deze keer over jullie huisdieren.

Zoek een partner voor deze opdracht.
Lees de Rollenkarte 1 en Rollenkarte 2 goed door.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).

Schrijf het gesprek in het Duits in jullie schrift of in de Rollenkarte (vergeet dit niet op te slaan!). Gebruik een woordenboek en/of de oefeningen.

Oefen het gesprek een paar keer.
Laat daarna klasgenoten of je docent naar het gesprek luisteren.

Vraag je klasgenoten of je docent om een beoordeling.