9. Successie

 

Natte kalkrijke duinvalleien met hun typische plantengemeenschappen worden steeds zeldzamer, niet alleen in Nederland maar in heel West-Europa. Dit komt niet alleen door de uitbreiding van bebouwing en de daling van de grondwaterspiegel. Uit een onderzoek door Belgische ecologen blijkt dat ook de onderlinge afstand en de grootte van de duinvalleien bepalende factoren zijn voor het behoud van deze unieke ecosystemen. De gegevens uit dit onderzoek kunnen door Nederlandse natuurbeheerders gebruikt worden bij het opstellen van een beheerplan voor een natuurgebied met duinvalleien. Een doel kan zijn het streven naar een zo groot mogelijke biodiversiteit in het gebied. Duingebieden worden onder andere gekenmerkt door hoogteverschillen. Duinvalleien zoals in afbeelding 1 zijn lage punten in het duinlandschap, gevormd door uitstuiving van duinzand tot op het grondwaterniveau. In een duingebied worden voortdurend nieuwe valleien uitgestoven. Na de vorming van de duinvallei start een primair successieproces. Meer en meer plantensoorten gaan er zich vestigen. Tijdens de successie naar een kalkmoeras stapelt zich organische stof op en neemt de voedselrijkdom van de bodem toe. Hierdoor kunnen ook meer algemene plantensoorten de duinvallei koloniseren. In de laatste fase vestigen zich ook struik- en boomsoorten en worden typische duinvalleisoorten weggeconcurreerd. In een natuurlijk dynamisch ecosysteem is deze successie een continu proces, waardoor er in een duingebied altijd valleien in verschillende successiestadia kunnen worden gevonden.

Pionierplanten in de duinvallei hebben eigenschappen waardoor ze bestand zijn tegen de extreme abiotische omstandigheden die daar heersen.

Activiteiten van de mens hebben invloed op de successie in duinvalleien. Uitbreiding van de bebouwing en het aanleggen van verharde wegen heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat er steeds minder nieuwe duinvalleien worden uitgestoven. Daarnaast pompen drinkwaterbedrijven water op uit de duinen, waardoor het grondwaterniveau in de duinen daalt en de duinvalleien verdrogen. Met een aangepast beheer wordt geprobeerd de duinvalleien te beschermen. Het betreden van de duinvalleien wordt aan banden gelegd. In sommige duingebieden worden bewust grazers geïntroduceerd (zie afbeelding hierboven). In andere duinvalleien wordt regelmatig gemaaid om de successie te vertragen. Het maaiafval wordt afgevoerd.

Ecosystemen op geïsoleerde eilanden zijn vaak bijzonder: er komen soorten voor die nergens anders voorkomen. Deze endemische soorten blijken erg snel te kunnen uitsterven. Bekend is dat de introductie van een nieuwe soort in een geïsoleerd gebied een ravage kan aanrichten onder de al aanwezige endemische soorten. Dat duinvalleien ook gevoelig zijn voor de verstoring door exoten bewijst de introductie van de Amerikaanse vogelkers, die in Nederland de bijnaam Bospest kreeg. Deze struik, die vanaf 1920 werd aangeplant als vulhout in loofbossen in Nederland en België, heeft zich in korte tijd tot een plaag ontwikkeld in de duinen. De Amerikaanse vogelkers vormt dan ook een bedreiging voor het bestaande duinenecosysteem.

 

 

 

Wil je meer weten over successie en modelleren, kijk dan naar onderstaande video's.

 

Video: Successie https://youtu.be/1xvc2J0DwJY

Video: Modelleren https://youtu.be/z0_JbtQHMw4