Voor het verwijderen van vuil worden vaak zure of alkalische reinigingsmiddelen gebruikt.
Deze middelen lossen de verontreiniging op of veranderen de verontreiniging. Denk maar aan een fornuis wat heel erg vet is of aan de kalkaanslag op kranen of toiletpotten.
Een zuur reinigingsmiddel gebruik je wanneer je kalk of roest moet verwijderen.
Een alkalisch reinigingsmiddel gebruik je om vet te verwijderen.
Een neutraal reinigingsmiddel gebruik je bijvoorbeeld voor de afwas. Denk bij een neutraal middel ook aan de persoonlijke verzorging zoals shampoo of douchegel.
pH-waarde | Betekenis | Voorbeeld alledaagse producten |
0-2 | Zeer Sterk Zuur | pH=1: citroenzuur pH=2: appel; natuurazijn |
2-4 | Sterk Zuur | pH=2,5: cola pH=3: sinaasappel; sherry |
4-6 | Zwak Zuur | pH=4: bier; tomaten pH=5: kaas pH=5-6: huid; handzeep pH=6: zalm; volle melk |
7 | Neutraal | pH=7: drinkwater |
8-10 | Zwak Alkalisch | pH=8: jenever pH=10: vloeibare zeep |
10-11,5 | Sterk Alkalisch | pH=10,5: textielwasmiddel pH=11: ammonia |
11,5-14 | Zeer Sterk Alkalisch | pH=12: soda pH=14: gootsteenontstopper |