Stap 1: Het ontstaan van terpen

In de Oudheid liep langs de Noordzeekusten van West-Europa zeewater ver het land op. Dat gebeurde als het vloed was, twee keer per dag. In dat water zat zeeklei. Als het waterpeil de hoogste stand had bereikt stond het water even stil. De zeeklei zakte naar de bodem en bleef er liggen. Zo werd de bodem steeds een beetje hoger.
Sommige plekken in Groningen en Friesland werden zo hoog dat ze niet meer onder water liepen. Die plekken worden kwelders genoemd. Hoe die kwelders door boeren gebruikt werden lees je hieronder.

 

In het begin van de IJzertijd, ongeveer 700 v.Chr., trokken boeren vanuit Drenthe naar het noorden om hun vee te laten grazen. Daar lagen kwelders, uitstekende weidegronden, die nog maar af en toe door de zee werden overstroomd. Steeds meer boeren bleven wonen in dit weidegebied. Ze bouwden hun boerderijen op de hoogste plekken in de kwelder. Later hoogden ze die plekken zelf nog wat op. Dit waren de eerste terpen in Groningen (waar ze wierden worden genoemd) en Friesland. Tot er in de middeleeuwen dijken werden gebouwd om de zee buiten te houden, bleven de bewoners van dit gebied op terpen wonen.

Zie afbeelding: veel terpen zijn cirkelvormig, wat vanuit de lucht goed is te zien. (Foto: Paul Paris)

Maar ook op plekken waar de zee nog steeds twee keer per dag het land op kwam, woonden mensen. In 47 n.Chr. bezocht de Romeinse wijsgeer en wetenschapper Plinius de Oudere (23-79 n.Chr.) zo’n gebied en beschreef het als volgt:

'Tweemaal per dag overstroomt de oceaan een groot deel van hun gebied, zodat het niet goed uit te maken is of dit land tot de zee of tot het land gerekend moet worden. Daar probeert een armzalig volk in leven te blijven door huizen te bouwen op steile heuveltjes. Die heuveltjes zijn met handkracht opgeworpen tot een hoogte die net boven de hoogste vloed uitsteekt. Bij vloed lijken zij schipbreukelingen. Zij leven van vis die zij met netten in het slijk vangen. Zij verwarmen hun verkleumde leden door modder te verbranden, die zij meer door de wind dan door de zon hebben laten drogen. Zij drinken niets dan regenwater, dat zij in een kuil voor hun woning bewaren.'

Bron: www.geschiedenisdc.nl


Bekijk de video “Terpen gevonden in Noord-Drenthe”

Terpen waar een enkele boerderij op staat worden huisterpen genoemd.
Huisterpen werden telkens opgehoogd en breder gemaakt. Soms sloten ze aan elkaar tot een grote terp waar een dorp op staat (zie afbeelding).

Vragen:

  1. Hoe kwamen de bewoners van de kuststreken waar Plinius de Oudere over schreef aan de kost?
  2. Weet je welke brandstof Plinius de Oudere bedoelde?
  3. Waar werden terpen voor gebruikt?