Du sitzt im Wartezimmer beim Arzt. Dir gegenüber sitzt ein Mädchen/Junge in deinem Alter. Ihr kommt ins Gespräch.
Suche einen Partner für diese Aufgabe. Verteilt die Rollen:
jij (niet lekker, koorts, keelpijn, verkouden...)
meisje of jongen uit Hamburg (bij het skiën gevallen, been gebroken, moet geopereerd worden, wacht op vervoer naar het ziekenhuis)
Führt ein Gespräch im Wartezimmer beim Arzt.
Macht euch miteinander bekannt.
Sprecht kurz über euren Winterurlaub in Sankt Johann.
Sprecht über eure Gesundheit.
Tauscht eure Adressen aus.
Beendet das Gespräch auf eine zur Situation passende Weise.
Übt das Gespräch einige Male.
Das Gespräch muss ungefähr drei Minuten dauern.
Ihr dürft keine Hilfsmittel benutzen.
Präsentiert das Gespräch in der Klasse oder fragt euren Lehrer um eine Beurteilung.
Je zit in de wachtkamer bij de dokter. Tegenover jou zit een jongen van jouw leeftijd.
Jullie raken in gesprek met elkaar.
Zoek een partner voor deze opdracht. Verdeel de rollen:
jij (niet lekker, koorts, keelpijn, verkouden…).
jongen uit Hamburg (bij het skiën gevallen, been gebroken, moet geopereerd worden, wacht op vervoer naar het ziekenhuis).
Voer het gesprek in de wachtkamer.
Maak kennis met elkaar.
Praat kort over de vakantie in Sankt Johann
(bijvoorbeeld hoe lang ben je al in Sankt Johann, in welk hotel/vakantiehuisje, wat heb je tot nu toe gedaan: skiën, snowboarden, langlaufen).
Praat over jullie gezondheid (waarom ben je bij de dokter, diagnose en vervolg i.v.m. gebroken been).
Ruil elkaars adressen.
Sluit het gesprek op een manier af die bij de situatie past.
Oefen het gesprek tot jullie het vlot kunnen voeren.
Het gesprek moet ongeveer twee minuten duren.
Praat kort over de vakantie in Sankt Johann.
Elk van jullie mag drie lastige woorden op een spiekbriefje noteren.
Presenteer het gesprek in de klas of vraag jullie docent om een beoordeling.