Du bist im Hotel. An der Rezeption triffst du deine Urlaubsbekanntschaft, mit der du in den letzten Tagen ab und zu zusammen auf der Piste warst. Ihr unterhaltet euch über deinen Arztbesuch, dein Wohlbefinden und die Begegnung im Wartezimmer.
Bereite zuerst alleine eine ausführliche Beschreibung des Mädchens/Jungen aus dem Wartezimmer vor.
Suche einen Partner für diese Aufgabe. Verteilt die Rollen:
jij (net terug van de dokter)
je vakantiefriend/in
Führt das Gespräch.
Sprecht über den Arztbesuch und dein Wohlbefinden.
Sprecht über die Begegnung im Wartezimmer (de ontmoeting met het meisje/de jongen uit Hamburg en wat er gebeurd was; B vraagt een beschrijving van het meisje/de jongen, A geeft een uitgebreide beschrijving; B herkent op basis daarvan het ongeluk waarvan B getuige was).
Übt das Gespräch einige Male.
Das Gespräch muss ungefähr drei Minuten dauern.
Ihr dürft keine Hilfsmittel benutzen.
Tauscht auch die Rollen.
Präsentiert das Gespräch in der Klasse oder fragt euren Lehrer um eine Beurteilung.
Je bent weer terug in je hotel. Bij de receptie zie je je vriendje/vriendinnetje staan waarmee je de afgelopen dagen een aantal keren op de piste bent geweest. Jullie praten over jouw bezoek bij de dokter, hoe het met je gaat en over de ontmoeting in de wachtkamer.
Bereid eerst in je eentje een uitgebreide beschrijving van het meisje/de jongen uit de wachtkamer voor
(leeftijd, lengte, haarkleur, haarlengte, opvallende details zoals (zonne)bril, kleur jas e.d.).
Zoek een partner voor deze opdracht. Verdeel de rollen:
jij (net terug van de dokter).
B: je vakantievriend/in.
Voer het gesprek.
Spreek over het bezoek bij de dokter en hoe het nu met je gaat.
Spreek over het gesprek in de wachtkamer (de ontmoeting met de jongen uit Hamburg en wat er gebeurd was):
B vraagt een beschrijving van het meisje/de jongen;
A geeft een uitgebreide beschrijving;
B herkent op basis daarvan het ongeluk waarvan B getuige was.
Oefen het gesprek tot jullie het vlot kunnen voeren.
Het gesprek moet ongeveer twee minuten duren.
Elk van jullie mag drie lastige woorden op een spiekbriefje noteren.
Wissel ook van rol.
Presenteer het gesprek in de klas of vraag jullie docent om een beoordeling.