Was kannst du schon?

Überlege erst, was du schon kannst, bevor du mit einer neuen Aufgabe beginnst.
Voordat je aan het nieuwe thema begint, is het goed na te denken over wat je al kunt.

Wähle die Beschreibung/en, die zu dir passt/passen.
Kies de beschrijving die het best bij je past.

 

Nee, nog helemaal niet

Ja, een  beetje

Ja, geen enkel probleem

Hören

  • Ik kan informatie uit korte luisterteksten begrijpen.
    Bijvoorbeeld wat iemand over zijn bezoek aan de tandarts vertelt.

 

 

 

Lesen

  • Ik kan een korte tekst over de rol die het uiterlijk in ons leven speelt, lezen.

 

 

 

Sprechen

  • Ik kan een eenvoudig gesprek voeren over hoe ik me voel.

 

 

 

Schreiben

  • Ik kan een persoonlijk briefje of e-mail schrijven, bijvoorbeeld een beterschapskaartje.

 

 

 

Landeskunde

  • Ik kan beschrijven hoe een bezoek aan een dokter in Duitsland kan verlopen.

 

 

 

Natuurlijk hoef je dit nog niet allemaal te kunnen.
Je gaat hiermee aan de slag in dit thema.