Leerdoelen H2

Aan het einde van dit hoofdstuk moet je het volgende kennen en kunnen:

H.21
• Het kennen van de begrippen product, factor, quotiënt, som en term.
• Weten dat vermenigvuldigen herhaald optellen is.
• Het herkennen van praktische rekensituaties en het kunnen uitvoeren van de passende
berekeningen.
• Het kennen van de volgorde van bewerkingen.
• Het kunnen uitvoeren van rekenkundige bewerkingen in de juiste volgorde.
H2.2
• Het kennen van de begrippen ggd en kgv.
• Het kunnen toepassen van de begrippen ggd en kgv in praktische situaties.
• Weten wat een breuk is.
• Het kennen van de begrippen teller en noemer.
• Het kunnen ordenen van breuken op grootte.
• Het kunnen vereenvoudigen van breuken.
• Het kunnen optellen, aftrekken en vermenigvuldigen van breuken.
H2.4 en H2.5
• Weten wat negatieve getallen zijn.
• Het kunnen interpreteren van positieve en negatieve getallen.
• Het kunnen optellen en aftrekken van positieve getallen.
• Het kunnen optellen en aftrekken van negatieve getallen.
• Het kunnen beschrijven van situaties m.b.v. positieve en negatieve getallen en
binnen die situatie berekeningen uitvoeren.
H2.6
• Het kunnen beschrijven van routes en het kunnen interpreteren van routebeschrijvingen in
kaartjes.
• Het kunnen aangeven van de plaats van een punt met letters en/of getallen.
• Het kunnen werken mét en in een assenstelsel.
• Het kennen van de begrippen oorsprong, coördinaat, x-as en y-as.
• Het kunnen vinden van regelmaat in de coördinaten van een serie punten.