Inleiding

De 80-jarige oorlog tussen Nederland en Spanje ging grotendeels om verschillen in geloof. Nederland, Spanje en het grootste deel van Europa was voornamelijk Rooms-Katholiek. De koning van Spanje, Karel de Vijfde, was een fanatieke aanhanger van het Katholieke geloof en vond dus ook dat alle mensen in zijn koninkrijk ditzelfde geloof moesten volgen. Alle mensen die iets anders geloofden, liet hij dan ook streng vervolgen en strafte hij met de dood. Toen Karel de Vijfde in 1555 aftrad als heer der Nederlanden en Koning van Spanje, nam zijn zoon, Filips de Tweede, het van hem over. Ook Filips II geloofde in de Katholieke kerk en hij ging dus door met het vervolgen van mensen die anders geloofden.