Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Voedingsmiddelen zijn alle producten die je eet of drinkt. Voedingsmiddelen kunnen zowel plantaardig als dierlijk zijn. We hebben in deel 1 geleerd dat wortels, stengels, bladeren, vruchten en zaden kunnen dienen als voedsel voor de mens. Dierlijke voedingsstoffen zijn afkomstig uit dieren of uit producten van dieren. Als je vlees eet, is dit een voorbeeld van dieren. Eieren en melk zijn voorbeelden van producten van dieren. Van melk kunnen allerlei zuivelproducten gemaakt worden, zoals boter, kaas en yoghurt.
Het verteringsstelsel
In figuur 1 is het verteringsstelsel van de mens schematisch weergegeven. Het grote deel van het verteringstelsel bestaat uit een lang kanaal van de mond tot de anus. Het verteringsstelsel is alle organen die samenwerken voor de vertering. De vertering heeft ook een doel. De doel van de vertering zijn voedingsstoffen afbreken tot verteringsproducten die door de darmwand opgenomen kunnen worden in het bloed. Voedingsstoffen zoals eiwitten, de meeste koolhydraten (bijvoorbeeld suiker en zetmeel) en vetten kunnen niet door de darmwand heen. Voedingsstoffen zoals water, glucose, mineralen en vitamines kunnen wel door de darmwand opgenomen worden.
Verteringssappen
Om de voedingsstoffen te kunnen verteren, zijn verteringssappen nodig. Voorbeelden van verteringssappen zijn speeksel en maagsap. De verteringssappen worden gemaakt door de verteringsklieren. Bij de mens zijn de verteringsklieren de speekselklieren, de maagsapklieren, de lever, de alvleesklier en de darmsapklieren. Er vinden scheikundige processen plaats bij de vertering. Hierbij worden voedingsstoffen omgezet in andere stoffen. Veel van de verteringssappen bevatten enzymen. Enzymen zorgen ervoor dat de vertering snel verloopt (zie figuur 2). Enzymen worden gebruikt en niet verbruikt. Een enzym kan maar één soort reactie versnellen. Niet alle voedsel kunnen verteerd worden, zoals voedingsvezels. Voedingsvezels zijn voorbeelden van onverteerde resten. Onverteerbare resten verlaten het lichaam via de anus zonder verteerd te worden.
Darmperistaltiek
In de wand van het gehele darmkanaal bevinden zich kringspieren en lengtespieren. Peristaltische bewegingen ontstaan door het afwisselend samentrekken van deze spieren. Peristaltische bewegingen heten samen darmperistaltiek. Door de darmperistaltiek kan de voedselbrij voortgeduwd worden. Tevens wordt hierdoor de voedselbrij gekneed en goed gemengd met verteringssappen.