Bij de gesplitste aanhaling worden de woorden die letterlijk worden weergegeven, in twee delen gesplitst.
- Als je in de letterlijke woorden een pauze hoort, weergegeven door een komma, dan plaats je de komma ook binnen de aanhalingstekens.
Bv.: 'Tom,' zei zijn collega, 'blijf er in geloven.'
- Als er in de oorspronkelijke zin geen pauze was die werd weergegeven door een komma, dan plaats je de komma erbuiten.
Bv.: 'Wat staat er', zei Sam, 'vandaag nog op het programma?'