Directe of indirecte rede

Als je in een tekst iemands woorden wil weergeven kan dat op twee manieren. Ofwel geef je die woorden letterlijk weer en dan heet dat directe rede. Geef je die woorden niet letterlijk weer, dan spreken we van indirecte rede.

Een voorbeeld van directe rede:

- Anouk zei: 'Haast je of we komen nog te laat.'


Dezelfde zin in indirecte rede schrijf je als volgt:

- Anouk zei dat je je moest haasten of we komen nog te laat.

 

Je merkt meteen dat je bij de directe rede gebruik maakt van aanhalingstekens. Voor het gebruik van die aanhalingstekens zijn duidelijke spellingafspraken.