We gaan het nu verder hebben over de oppervlakte. We hebben een aantal formules om de oppervlakte te berekenen van vlakke figuren. Deze formules zijn als volgt:
Oppervlakte rechthoek = Lengte x breedte
Oppervlakte driehoek = 1/2 x hoogte x breedte
Oppervlakte cirkel = π x straal x straal
We gaan dit behandelen met extra voorbeelden en we beginnen met een rechthoek.
Om de oppervlakte te berekeken van deze rechthoek gebruiken we de formule: lengte x breedte. Bijvoorbeeld:
Lengte : 5 cm
Breedte : 3 cm
Oppervlakte rechthoek = 5 x 3 = 15 cm2