Wanneer de persoonsvorm is gevonden kan je op zoek gaan naar het onderwerp in de zin. In een zin staat altijd maar één onderwerp. Het is belangrijk dat je weet dat het onderwerp uit meerdere woorden kan bestaan.
Je vindt het onderwerp door de vraag te stellen: wie/wat + peroonsvorm?
Even een voorbeeld:
Piet eet een appel
Wie eet?
Piet eet een appel
Het onderwerp in deze zin is dus Piet, want Piet eet de appel.