Werkwoorden zijn de belangrijkste onderdelen van een zin, daarom beginnen wij met het werkwoord en zoomen wij specifiek in op de persoonsvorm. Werkwoorden maken duidelijk wat er gebeurt of wat er wordt gedaan.
Even een voorbeeld:
De winnaar ondertekent het aangeboden contract.
De winnaar is de persoon die iets doet.
Ondertekent is het werkwoord wat duidelijk maakt wat de winnaar doet.
Als je een zin gaat ontleden, moet je altijd eerst de persoonsvorm van die zin zoeken. Dit kan op drie manieren:
De tijdproef:
Het woord dat verandert is de persoonsvorm
Inge werkt in de avond.
Inge werkte in de avond
De getalproef:
Het woord dat verandert is de persoonsvorm
Inge werkt in de avond.
Inge en ik werken in de avond.