|
|
Check? |
O/V |
|
De antwoorden van de leerling zijn in Nederlands goed geformuleerd en bevatten nauwelijks spelfouten. |
|
|
|
De leerling is actief met de stof bezig gegaan en heeft de meeste antwoorden juist. |
|
|
|
De leerling heeft in de les een actieve werkhouding aangetoond. |
|
|
|
De leerling heeft in de les laten zien dat hij/zij kan samenwerken met een klasgenoot. |
|
|
|
De leerling geeft in zijn terugblik aan wat hij/zij heeft geleerd. |
|
|