A3 - Plan van aanpak

Een plan van aanpak is een document dat je maakt voordat je een onderzoek gaat beginnen. Je bespreekt daarin eigenlijk wát je precies wil onderzoeken en hoe je dat verwacht te gaan doen. Je bespreekt er ook in waarom jij dit wil onderzoeken en waarom jij het onderwerp relevant of interessant vind.

Jullie plan van aanpak moet bestaan uit de volgende onderdelen:

Het plan van aanpak moet ook worden geüpload in jullie gezamenlijke Google Drive!

Hieronder zie je per onderdeel wat je er precies in moet vertellen en uitschrijven.

Voorblad

Maak een voorblad met daarop de naam van jullie onderzoek, jullie namen en de klas.

Inhoudsopgave

Maak een overzicht van welk onderdeel op welke bladzijde staat. Meneer Basten heeft er een truucje voor, dus kom bij hem om dit te maken.

Inleiding (400 tot 600 woorden)

In de inleiding vertellen jullie welk maatschappelijk probleem jullie gaan onderzoeken, waarom dit probleem in jullie ogen belangrijk is, bij welk van de 4 thema's dit past en schrijven jullie een uitgebreide motivatie over waarom jullie dit onderwerp hebben gekozen.

Hoofd- en deelvragen (200 tot 300 woorden)

De hoofdvraag is de centrale vraag van het onderzoek. Die vraag moet in jullie onderzoek beantwoord worden. Deze hoofdvraag kan vaak opgesplitst worden in deelvragen. Dit zijn kleinere vragen waarom een kleiner (deel)antwoord kan worden gegeven. Bedenk minimaal 4 deelvragen. Jullie geven in dit hoofdstuk nog geen antwoorden op de vragen, dat kan nog niet. Jullie schrijven alleen de vragen uit.

Onderzoeksactiviteiten (200 tot 300 woorden)

In dit onderdeel beschrijven jullie welke activiteiten jullie gaan doen om de deelvragen te beantwoorden. Voorbeelden van activiteiten zijn: interviews afnemen, enquetes afnemen, boeken of websites bestuderen, observeren en groepsgesprekken. Je kunt deze website bekijken voor tips over onderzoeksactiviteiten: https://www.claudiadegraauw.nl/overzicht-onderzoeksmethoden/

 

Tsja, dat is best een ingewikkeld ding. Gelukkig is er wel advies en hulp beschikbaar.

Elk onderzoek begint met een vraag. Als je een praktische opdracht of een profielwerkstuk gaat maken, zul je onderzoek moeten doen. Je moet dan dus één of meer onderzoeksvragen formuleren.

Voorlopige hoofdvraag

De hoofdvraag

Om een onderwerp te gaan onderzoeken, kun je natuurlijk zo maar ergens beginnen met informatie verzamelen. Het grootste probleem bij het doen van een onderzoek is niet dat je te weinig informatie hebt. Meestal heb je zoveel informatie dat je afdwaalt van wat je eigenlijk had willen onderzoeken. Bij een onderzoek is het daarom verstandig om één centrale vraag te stellen. Je onderzoek moet een antwoord geven op deze vraag.

Probeer bij deze centrale vraag een aantal deelvragen te formuleren. Deelvragen zijn hulpvragen om de belangrijkste vraag, de hoofdvraag, te kunnen beantwoorden.

Er zijn verschillende soorten vragen:

De hoofdvraag moet aan de volgende eisen voldoen:

De deelvragen

De hoofdvraag van een onderzoek is niet in enkele woorden te beantwoorden. Daarom is het nodig je onderzoeksvraag op te splitsen in deelvragen. Elk antwoord op een deelvraag draagt zijn steentje bij aan het beantwoorden van de hoofdvraag.

Bedenk wat je allemaal moet weten om de hoofdvraag te beantwoorden. Als je hier moeite mee hebt, maak dan als hulpmiddel een ‘wordweb’: zet je onderwerp in het midden van een lege bladzijde en schrijf daaromheen allemaal woorden die je te binnenschieten als je aan het onderwerp denkt.

De deelvragen helpen je niet alleen structuur aan te brengen in je onderzoek, maar ook in je verslag. Bovendien verkleinen deelvragen de kans dat je iets over het hoofd ziet.

Wat zijn goede deelvragen?

Het formuleren van de hoofdvraag en de deelvragen is een lastig karwei. Maar onthoud dat je gaandeweg altijd je vragen kunt veranderen of bijstellen!