Droogte in Nederland

Droogte ontstaat wanneer er in een periode meer neerslag verdampt dan dat er valt: er is een neerslagtekort. Door het versterkte broeikaseffect wordt verwacht dat er in de winter meer neerslag zal vallen, maar dat in de zomer langere periodes van droogte zullen zijn. Dit kan grote gevolgen hebben voor de beschikbare hoeveelheid water in die perioden.

Er zijn twee verschillende gevolgen van droogte:

1. Verdroging van de grond. Vooral in Oost- en Zuid-Nederland is de kans op  verdroging groot. Deze gebieden liggen hoger, waardoor er minder rivier- en oppervlaktewater beschikbaar is. Om goed te kunnen groeien hebben gewassen water nodig. Bij droogte zullen de opbrengsten van de landbouwgronden minder worden. 

2. Verzilting van de grond. Noord- en West-Nederland liggen lager en dichter bij zee. Hierdoor is er in deze gebieden een grotere kans op verzilting. Dit houdt in dat de grond zouter wordt. Zout tast gewassen aan en dit heeft dus effect op de opbrengsten van de gewassen.

 

 

Maatregelen tegen droogte

Om de drinkwatervoorziening op peil te houden, zijn er spaarbekkens aangelegd: opslagplaatsen voor drinkwater. Het water in het IJsselmeer wordt in tijden met neerslag aangevuld met rivierwater. Hierdoor stijgt het waterpeil in het IJsselmeer, zodat het water in tijden van droogte weer gebruikt kan worden. Hierdoor is er bijvoorbeeld ook water beschikbaar voor de landbouw. Als het voor een korte periode droog is, kunnen boeren hun land irrigeren: ze besproeien het land. Zo is er toch kunstmatig water beschikbaar voor de gewassen op het land.

Droogte in Nederland https://youtu.be/eDfLdGL5nxg

NOS - droogte in 2018 https://youtu.be/ek0YTGeWm7s

Beregenen https://youtu.be/fL_kZ9SGhNo