CULTUUR VAN HET MODERNE BEGIN 20e EEUW

Lees eerst onderstaande eerst!

 
Deze D-toets bestaat uit totaal 11 vragen en er zijn maximaal 26 punten te behalen.
 

Het antwoordmodel voor de D-toets is onderaan de toets te vinden.

------------------------------------------------------------------------------------------

Bekijk afbeelding 1 en afbeelding 2.

Afbeelding 1. Claude Monet, Camille Monet en een kind (1875)

Afbeelding 2. Ernst Ludwig Kirchner, Zelfportret als soldaat (1915)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vraag 1 (3pt.)

De impressionisten breken nog voor de expressionisten langzaam met traditionele academische regels en tradities. Noem drie aspecten van afbeelding 1 die deze bewering ondersteunen.

Vraag 2 (3 pt.)

Bekijk afbeelding 1 en 2. Monet is een impressionist en Kirchner behoort tot Die Brücke. Benoem drie belangrijk verschillen tussen de impressionisten en Die Brücke, die je in deze afbeeldingen kunt zien.

Afbeelding 3. Edward Wadsworth, Dazzle-ships in dry-dock at Liverpool (1919)

Vraag 3 (1 pt.)

Vorticisme – een nieuwe kunststroming uit Groot Brittannië, opgericht in 1914 door Edward Wadsworth – is een Britse variant op het Italiaanse futurisme. Geef een definitie van futurisme.

Vraag 4 (2 pt.)

Bekijk afbeelding 3. Beschrijf twee kenmerken van het futurisme die je in deze afbeelding kunt zien.

Beluister audiofragment 1 van Scott Joplin (1906).

Audiofragment 1. Scott Joplin (1906):

Vraag 5 (3 pt.)

a. Hoe noemen we de muziek die Scott Joplin speelt?

b. Beschrijf aan de hand van twee muzikale vormgevingsaspecten dit muziekgenre.

Bekijk videofragment 1.

Videofragment 1. Buster Keaton - One Week (120) https://www.youtube.com/watch?v=9onHRnIguko

Vraag 6 (1 pt.)

One week van Buster Keaton uit 1920 is een stomme film. Leg uit wat daarmee wordt bedoeld.

Vraag 7 (2 pt.)

Bekijk videofragment 1. In de film One week van Buster Keaton uit 1920, krijgt een stel als huwelijkscadeau een huis als bouwpakket. Deze film is een parodie op de documentaire Home made uit 1919, van de Ford Motor Company, die laat zien hoe simpel het is om een geprefabriceerd huis in elkaar te zetten.

Beschrijf twee aspecten uit dit fragment, waaruit blijkt dat het om een parodie gaat en het dus geen documentaire is.

Bekijk afbeelding 4.

Afbeelding 4. Georg Grosz, Zonsverduistering (1926)

Vraag 8 (3 pt.)

a. Onderdelen van afbeelding 4 lijken bij elkaar geplakt te zijn als een collage. Noem twee voorbeelden hiervan.

b. Door de collagetechniek lijkt het schilderij van Grosz op een nachtmerrie. Licht dit toe.

Bekijk videofragment 2 van 00:00 tot 2:11.

Videofragment 2. Swing Kids (1993) https://www.youtube.com/watch?v=c5T3xoRAhK4

In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog heeft het naziregime in Duitsland een grote invloed op de amusementscultuur. Onmiddelijk na de machtsovername in 1933 start Goebbels, minister van propaganda, met de productie en verspreiding van de Volksempfänger (radio). Daarnaast krijgt Goebbels' ministerie zeggenschap over de filmindustrie. Vanaf 1933 begint de censuur en vanaf 1936 krijgen niet acceptabele kunstuitingen of kunstenaars het stempel 'entartet' en worden verboden. Ook jazz-muziek treft dit lot.

Vraag 9 (2 pt.)

Geef twee argumenten waarom jazz, volgens het toenmalige Duitse regime, bij de Entartete Kunst hoort.

Ondanks het verbod blijven jongeren feesten organiseren met jazzmuziek, met name swing. Thomas Carter (1953) maakt in 1993 de speelfilm Swing Kids over deze 'Swingjugend'. Bekijk videofragment 2 nogmaals.

Vraag 10 (2pt.)

Noem twee muzikale vormgevingsaspecten die swing bij uitstek geschikt maakt om flink op te feesten en leg uit waarom.

Bekijk videofragment 3 van 00:41 tot 2:31.

Videofragment 3. Kurt Jooss, De Groene Tafel (1932) https://www.youtube.com/watch?v=YLqBXDkkGuw

Vraag 11 (4 pt.)

Bekijk videofragment De Groene Tafel van Kurt Jooss (1932). De dans is gemaakt in 1932 en heeft zowel klassieke als expressionistische danselementen in zich. Beschrijf van zowel de klassieke als de expressionistische dans twee kenmerken die je in dit fragment kunt zien.

Antwoordmodel D-Toets Periode 2 Cultuur van het Moderne