Stap 1 - Grammatik 2

Steigerung der Adjektive

Sieh dir den zweiten Teil der Präsentation an (ab 1:56)

 

Schreibe nun selbst mindestens vier Sätze wie in Übung 3 in dein Heft.
Verwende dabei das Präteritum von haben, sein oder werden und die Steigerungsformen.
Lest eure Sätze in der Klasse vor.

Lerne die neue Grammatik auswendig.

Wörter
Dit is een woordenlijst met moeilijke woorden uit de opdrachten.
Hij dient alleen als hulpmiddel tijdens het maken van de opdrachten.
 
Deutsch Niederländisch
behalten onthouden
benennen benoemen
der Schritt de stap
das Präteritum de verleden tijd (ovt)
die Vergangenheit de verleden tijd
die Steigerung                             de trappen van vergelijking
das Adjektiv het bijvoeglijk naamwoord
der Komparativ de vergrotende trap
der Superlativ de overtreffende trap
das Verb het werkwoord