het verschil tussen voedingsstoffen en voedingsmiddelen beschrijven.
vier verschillende groepen voedingsstoffen benoemen.
de functies van deze verschillende voedingsstoffen benoemen.
de aanwezigheid van zetmeel in een voedingsmiddel vaststellen.
benoemen wat de energiebehoefte is.
de betekenis van het begrip 'Body Mass Index' uitleggen.
de begrippen 'obesitas' en 'anorexia' benoemen.
je eigen BMI berekenen.
de maaltijdschijf (schijf van vijf) gebruiken.
je kunt benoemen uit welke vakken de Schijf van Vijf bestaat.
je kunt voedingsmiddelen indelen in de Schijf van Vijf.
de productinformatie op een etiket lezen.
van een gerecht aangeven of het wel of niet gezond is.
kun je de verschillende micro-organismen benoemen.
kun je uitleggen waarom het belangrijk is om op een veilige manier met ons voedsel om te gaan
kun je maatregelen noemen om hygienisch te werken
de leerlingen kunnen hun handen wassen volgens protocol
kun je benoemen dat een mens bouwstoffen, brandstoffen en hulpstoffen nodig heeft en deze binnenkrijgt via voedsel.
Ook kun je bij iedere stof een voorbeeld geven van een voedingsmiddel die deze stof vooral bevat.
Leerdoelen T
Ik weet waar HACCP voor staat
2. Ik weet waar NVWA voor staat
3. Ik kan mijn handen wassen volgens protocol
4. Ik kan mijn handen desinfecteren volgens protocol
Lesdoelen:
- de leerlingen leren samenwerken
- de leerlingen leren zelf op onderzoek uit te gaan
- de leerlingen leren zelfstandig te werk te gaan
Leerdoelen:
- de leerlingen weten waar HACCP voor staat
- de leerlingen weten waat NVWA voor staat
- de leerlingen kunnen hun handen wassen volgens protocol
- de leerlingen kunnen hun handen desinfecteren volgens protocol