Afvalverwerking
bron: Milieu centraal
Er zijn 4 manieren van afvalverwerking van het ingezamelde gescheidde afval.
Verbranden
Een deel van het afval wordt verbrand in een verbrandingsoven. Al het restafval gaat de oven in. Bij de verbranding komen schadelijke sotffen vrij. Gelukkig wordt een groot gedeelte daarvan gefilterd. Ook wordt er met de verbrandigswarmte energie gemaakt. Helaas komt er veel CO2 vrij bij het verbranden van afval, dit is een van de stoffen waar in het klimaatakkoord veel over te doen is.
Storten
Storten betekent afval op een vuilstortplaats of op een vuilnisbelt wordt gegooid. Er wordt tegenwoordig minder afval gestort dan vroeger. Storten heeft een aantal nadelen. Een vuilnisbelt kan erg stinken, er leeft ongedierte en als het regent lossen schadelijke stoffen op en komen in de bodem eronder en ons drinkwater terecht.
Lozen
Lozen betekent dat vloeibaar afval in een sloot, rivier of zee verdwijnt. Soms bevat het vloeibare afval nog vaste deeltjes of andere giftige stoffen. Het lozen van afval vervuilt water en organimsen die in dat water leven gaan daardoor dood. Lozen is in Nederland daarom ook meestal verboden.
Hergebruik en recyclen
Veel materialen kunnen worden hergebruikt. Hergebruik en recycling zijn het opnieuw gebruiken van materialen, nadat ze als afval zijn afgedankt. Hierdoor is er minder afval. Het grootste deel van het afval wordt hergebruikt of gerecycled. Van het gft-afval wordt bijvoorbeeld compost gemaakt (composteren). En van oud glas maken ze weer nieuw glas.
Er is een verschil tussen hergebruik en recycling. Bij hergebruik wordt een voorwerp opnieuw gebruikt. Bijvoorbeeld een flesje water wat je keer op keer opnieuw vult. En bij recylcing worden de grondstoffen van een voorwerp gebruikt om nieuwe producten te maken.
Cradle to cradle
De mens probeert de natuur na te doen. In de natuur is er geen afval. Als een boom of dier dood gaat, worden deze afgebroken en omgezet door reducenten (schimmels en bacteriën) in voedingsstoffen waar nieuwe planten van kunnen groeien. De mens doet dit met cradle to cradle wat letterlijk van wieg tot wieg betekent.
Bij cradle tot cradle kunnen producten volledig worden gerecycled. Bij het maken van cradle to cradle producten wordt erop gelet dat het milieu niet wordt belast. Dat wil zeggen dat ze met duurzame groene energie zijn gemaakt en de onderdelen door reducenten afbreekbaar zijn. En onderdelen die niet door reducenten afgebroken kunnen worden, moeten opnieuw gebruikt kunnen worden voor een ander product.
Cradle to cradle wordt voornamelijk toegepast in de industrie. Jij kunt als consument er wel op letten dat je cradle tot cradle producten koopt. Maar er zijn nog andere manieren waardoor je het grootte afvalprobleem kan aanpakken. Er zijn namelijk te veel onnodige producten. Er worden te veel grondstoffen gebruikt en daarmee wordt de aarde uitgeput. Sommige mensen proberen alleen te kopen wat ze écht nodig hebben. Dit noem je consuminderen. Je koopt dan dingen niet meer voor de lol, maar omdat je ze echt nodig hebt.
Een goed voorbeeld hiervan is je telefoon. Wij willen vaak het nieuwste van het nieuwste, maar waarom zou je kostbare grondstoffen verspillen en een nieuwe telefoon kopen als je huidige het ook nog gewoon doet? Je oude telefoon gebruiken totdat hij helemaal stuk is, is dus een duurzame keuze en valt onder consuminderen. Het is ook nog eens goed voor je portemonnee.
Ook kun je letten op het verminderen in wegwerpartikelen, dingen die je maar een keer gebruikt. (plastic bordjes, plastic verpakkings materiaal)