Opdracht 3.1

Beantwoord de volgende vragen. Maak deze opdrachten in een Worddocument. Lever dit Worddocument in bij je docent. Je docent verteld je op welke manier je het moet inleveren.

 

  1. Afval dat door de mens is gemaakt, moet worden verwerkt. Op welke 4 manieren kan gescheiden afval worden verwerkt?
  2. Wat is lozen?
  3. Wat is storten? 
  4. Bedenk minstens twee voordelen van storten en/of lozen.
  5. Bedenk minstens drie nadelen van storten en/op lozen.
  6. Wat is hergebruik?
  7. Wat wordt er met recycling bedoeld?
  8. Wat is er nodig om recylcing nodig te maken?
  9. Welke twee manieren kunnen ervoor zorgen dat er minder afval in het milieu komen?
  10. Leg uit wat cradle to cradle is.
  11. De letterlijke vertaling van 'cradle to cradle' is: 'van wieg tot wieg'. Waarom heet het niet 'van wieg tot graf'?
  12. Leg uit wat consuminderen is.