Opdracht 3.3

  1. Bekijk je ingezamelde producten goed en laat je creatieve geest vrij
  2. Bedenk wat jij kunt maken met deze producten, kom je er niet uit? Vraag om hulp aan je buurman of buurvouw, je docent of kijk voor ideeën op pinterest.
  3. Let op: je gaat je product verkopen.
  4. Maak eerst een schets van jou idee, dit is je ontwerp. (kladversie - overleg met je docent of je verder kan)
  5. Maak nu de nette versie van de schets.
  6. Lever je nette versie in, deze telt mee in je beoordeling. Zorg dus dat je naam en klas erop staan!

 

Ontwerpen

Het ontwerpproces

Elk nieuw product begint met een ontwerp. Voordat er een ontwerp is, moet je nadenken over dingen als behoefte, functies en eisen die je gaat stellen. Een nieuw product ontwerpen gaat volgens een vast plan.

 

1. Ga na wat de behoefte is

Voordat je een nieuw ontwerp gaat maken, is het handig na te gaan of er wel behoefte aan het dit product is. Kunnen mensen er iets mee, vinden ze het leuk, gaan ze het ook kopen en gebruiken?

 

2. Bedenk hoe je in de behoefte kunt voorzien

Onderzoek goed wat je nieuwe product allemaal moet kunnen. Nieuwe telefoons bijvoorbeeld kunnen naast bellen ook foto’s maken, films maken, internetten

en nog veel meer. Ga ook na hoe het product eruit moet zien en wat het mag kosten. Al deze gegevens leg je vast in het programma van eisen. Alle eisen moet je kunnen controleren.

 

3. Product ontwerpen

Nu weet je precies waar je idee aan moet voldoen. Je bedenkt een aantal oplossingen en kiest de beste oplossing uit. Maak een schets op papier of op de computer.

 

4. Prototype maken (product testen)

Nu je het ontwerp hebt, kun je ook echt je product maken. Een eerste versie van je ontwerp heet een prototype. Bij deze eerste versie kun je nog verbeteringen aanbrengen. Laat anderen je prototype testen en vraag om verbetertips.

 

5. Product aanpassen

Op basis van de test van het prototype pas je het ontwerp aan. Vervolgens verbeter je ook het prototype. Daarna laat je het prototype opnieuw testen.