Stroompjes
In dit hoofdstuk zoomen we wat dieper in op de zenuwcellen zelf. Zintuigen vertalen prikkels uit de omgeving in impulsen en geven die impulsen door aan zenuwcellen. Een impuls is een elektrisch stroompje dat razendsnel langs het celmembraan getransporteerd wordt. Een impuls ontstaat meestal bij een dendriet en verplaatst zich dan via het cellichaam in de richting van het axon. Hierna kan hij worden doorgegeven aan een andere zenuwcel.
Als je de stroom die langs het celmembraan van een zenuwcel loopt meet, dan krijg je zoiets als de volgende plaatjes. In deze grafieken zie je een aantal piekjes. Elke piekje is een elektrisch signaal, een impuls. Zo'n piekje wordt ook wel de actiefase genoemd. Zoals je ziet is de verandering in electrische lading tijdens een actiefase altijd even sterk (ongeveer 100 millivolt). De hoeveelheid actiefasen en dus impulsen per seconde (de frequentie) kan wel sterk verschillen. Dit komt doordat zintuigcellen prikkels van verschillende sterkte kunnen opvangen, geluiden kunnen bijvoorbeeld hard of zacht zijn. Een zwakke prikkel zorgt voor weinig actiefasen en dus weinig impulsen per seconde (zoals in het bovenste plaatje). Een sterke prikkel leidt tot veel actiefasen en dus veel impulsen per seconde (zoals in het onderste plaatje).