![]() |
Voortplanting bij zaadplanten.
|
Stamper Vrouwelijk geslachtsorgaan in een bloem, bestaande uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel. |
Stempel Bovenste deel van de stamper; hierop komen stuifmeelkorrels terecht bij bestuiving. |
Stijl Stuk van de stamper tussen de stempel en het vruchtbeginsel. |
Vruchtbeginsel Onderste deel van de stamper dat eicellen (vrouwelijke geslachtscellen van de plant) bevat. Uit het vruchtbeginsel kan na bevruchting een vrucht ontstaan. |
Zaadbeginsel Deel van het vruchtbeginsel, waarin zich een eicel bevindt die kan worden bevrucht. Uit het zaadbeginsel kan na bevruchting zaad ontstaan. |
Meeldraad Mannelijk geslachtsorgaan in een bloem dat stuifmeelkorrels (mannelijke geslachtscellen van de plant) bevat. |
Helmknop De helmknop is onderdeel van de meeldraad en bestaat uit enkele helmhokjes. |
Helmdraad De helmdraad is onderdeel van de meeldraad en draagt een helmknop. |
Stuifmeelkorrels Mannelijke voortplantingscellen van zaadplanten. |
Vrucht Deel van een plant dat ontstaat uit het vruchtbeginsel en een of meerdere zaden bevat. Speelt vaak een belangrijke rol bij de zaadverspreiding. |
Zaadplanten Planten die zich voortplanten met behulp van zaden. Zaadplanten hebben wortels, stengels, vaatbundels en bladeren. |
Zaad Bij (bloem)planten: bevruchte en gerijpte eicel, waaruit een nieuwe plant kan groeien. Ontwikkelt zich in het zaadbeginsel. Bij dieren (en mensen): mannelijke, onbevruchte voortplantingscel. |
Insectenbestuiving Overbrengen van stuifmeel door insecten van een mannelijk voortplantingsorgaan (meeldraad) naar een vrouwelijk voortplantingsorgaan (stempel, onderdeel van de stamper). |
Windbestuiving Overbrengen van stuifmeel door de wind van een mannelijk voortplantingsorgaan (meeldraad) naar een vrouwelijk voortplantingsorgaan (stempel, onderdeel van de stamper). |
Kruisbestuiving Bij kruisbestuiving gaat het stuifmeel van het meeldraad van de ene bloem naar de stamper van de andere bloem. Deze bloem is wel van hetzelfde soort. |
Zelfbestuiving |