In een land is er welvaart als de inwoners in veel van hun behoeften kunnen voorzien. Je kunt de welvaart tussen landen eenvoudig vergelijken door naar het inkomen per hoofds van de bevolking te kijken. Maar dat is niet genoeg om een uitspraak te doen over de welvaart in een land. Hiervoor moet je ook naar de volgende aspecten kijken:
de verdeling van de welvaart over de bevolking: is er sprake van een gelijke of ongelijke inkomensverdeling?
de hoogte van de prijzen: wat is de koopkracht van het inkomen?
de omvang van de informele productie, zoals zelfvoorziening.
de aanwezigheid en kwalitiet van collectieve voorzieningen, zoals onderwijs en gezondheidszorg.
Afbeelding van ludi via Pixabay
Als er sprake is van de bovenstaande aspecten heb je te maken met een ontwikkelingsland. Ontwikkelingsland is een land met een grote armoede in verhouding tot ''rijke landen'' en heeft als een algemeen kenmerk een laag inkomen per hoofd van de bevolking. Andere kenmerkende problemen zijn:
veel werkloosheid
ondervoeding
snelle bevolkingsgroei
analfabetisme
beperkte technologische ontwikkeling
een eenzijdige economische structuur. Dat wil zeggen dat het nationaal inkomen van een ontwikkelingsland vaak afhankelijk is van één sector, meestal de landbouw. De industriële sector en dienstensector zijn er onvoldoende ontwikkeld.
Veel ontwikkelingslanden hebben een monocultuur: Ze zijn voor hun exportinkomsten vaak sterk afhankelijk van slechts één of enkele producten. De grondstoffen uit de landbouw zoals katoen, rijst en cacao en koffie leveren bij de export ook nog eens veel minder geld op dan industriële producten. Koffie die klaar is voor consumptie is bijvoorbeeld veel meer waard dan onbewerkte koffie. Het land heeft te weinig andere inkomsten als de opbrengsten van dit ene product tegenvallen door bijvoorbeeld misoogst of prijsdaling op de wereldmarkt.
De verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van importproducten noem je de ruilvoet. Voor ontwikkelingslanden is die ruilvoet vaak slecht. Dit komt omdat zij duur importeren en goedkoop exporteren. (bekijk het onderstaande filmpje voor extra uitleg over de ruilvoet)