Schakelschema

Een schematische weergave van een schakeling noem je een schakelschema

 

Een schakelschema aflezen

Om een schakelschema af te kunnen lezen (maar ook om een schakelschema te kunnen tekenen) moet je eerst een aantal symbolen kennen van een aantal belangrijke componenten, zie onderstaande figuren:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als je bovenstaande symbolen kent dan ben je al goed op weg. Hoe je zo'n schakelschema afleest wordt uitgelegd met een aantal voorbeelden:

Schakelschema 1

Stap 1: Welke symbolen zie je terug in het schakelschema? Voor welke componenten staan deze symbolen?

Je ziet het symbool van een batterij/ voedingskastje, een lamp en draden.

Stap 2: Wat voor soort schakeling geeft het schakelschema weer? Een serieschakeling (één weg/ route/ één stroomkring) of een parallelschakeling (meerdere wegen/ routes/ meerdere stroomkringen).

Er is maar één weg om vanaf de batterij naar de lamp te gaan en weer terug te komen bij de spanningsbron. Het gaat hier dus om een serieschakeling.

Conclusie: Het schakelschema geeft een serieschakeling weer gemaakt van een batterij/ voedingskastje, een lampje en draden.

 

 


 

Schakelschema 2

 

Stap 1: Welke symbolen zie je terug in het schakelschema? Voor welke componenten staan deze symbolen?

Een batterij/ voedingskastje, twee lampjes, en twee schakelaars (dicht).

Stap 2: Wat voor soort schakeling geeft het schakelschema weer? Een serieschakeling (één weg/ route/ één stroomkring) of een parallelschakeling (meerdere wegen/ routes/ meerdere stroomkringen).

Er zijn twee routes: 1) Vanaf de batterij/ voedingskastje naar het eerstje lampje en terug, 2) vanaf de batterij/voedingskastje naar het tweede lampje en terug. De schakelaars zijn gesloten dus de routes zijn beschikbaar (gesloten stroomkring). Het gaat hier om een parallelschakeling.

Conclusie: Het schakelschema geeft een parallelschakeling aan gemaakt van een batterij/ voedingskastje, twee lampjes, twee schakelaars en draden.

 


Schakelschema 3

Stap 1: Welke symbolen zie je terug in het schakelschema? Voor welke componenten staan deze symbolen?

Een batterij/ voedingskastje en twee lampjes.

Stap 2: Wat voor soort schakeling geeft het schakelschema weer? Een serieschakeling (één weg/ route/ één stroomkring) of een parallelschakeling (meerdere wegen/ routes/ meerdere stroomkringen).

Er zijn twee routes: 1) Vanaf de batterij/ voedingskastje naar het bovenste lampje en terug, 2) vanaf de batterij/voedingskastje naar het onderste lampje en terug. Het gaat hier dus om een parallelschakeling.

Conclusie: Het schakelschema geeft een parallelschakeling aan gemaakt van een batterij/ voedingskastje en twee lampjes.


Een schakelschema tekenen

Om zelf een schakelschema te kunnen tekenen dien je te houden aan vier belangrijke regels:

 

Als je een schakelschema kunt aflezen en vervolgens de vier bovenstaande regels kunt toepassen dan kan je een schakelschema tekenen. Hieronder een aantal uitgewerkte voorbeelden:

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3