Stap 6 - Spreken

Übung 5: Skype

Inmiddels is de vakantie afgelopen en ben je weer thuis.
Je hebt als reactie op jouw kaartje een e-mail van het meisje/ de jongen uit Hamburg gekregen.
Zij/Hij stelt voor om een keer te skypen.

  1. Zoek een partner voor deze opdracht. Verdeel de rollen:
    • jij.
    • meisje/jongen uit Hamburg.
  2. Voer het gesprek.
    • Begroet elkaar.
    • Praat over jullie gezondheid/welbevinden.
    • Praat over eventuele gevolgen van het skiongeluk
      (niet naar school/webchair, hobby, nooit meer op wintersport of juist voorzichtiger skiën).
    • Praat over veranderingen in jullie uiterlijk sinds het gesprek in de wachtkamer (ander kapsel, haarkleur, bril/lenzen enz.).
    • Sluit het gesprek op een manier af die bij de situatie past.
  3. Oefen het gesprek tot jullie het vlot kunnen voeren.
    • Het gesprek moet ongeveer twee minuten duren.
    • Elk van jullie mag drie lastige woorden op een spiekbriefje noteren.
    • Wissel ook van rol.
  4. Presenteer het gesprek in de klas of vraag jullie docent om een beoordeling.